De start van de eerste etappe vond plaats in provinciehoofdstad Bodø in Nordland. Het grootste deel van de rit voerde langs Noorse fjorden en onder andere de plaatsen Fauske, Rognan, Misvær en 's werelds grootste getijdestroom Saltstraumen. De finish was weer in Bodø.
De eerste etappe van deze wielerwedstrijd begon in een hoog tempo. Het Belkin-duo Sep Vanmarcke en thuisrijder Lars Petter Nordhaug vormden met nog vijfentwintig kilometer te gaan een razendsnelle kopgroep. Na vijftien kilometer bedroeg de voorsprong echter nog maar een halve minuut. Even later werden de twee definitief tot de orde geroepen door het peloton en begon er een massasprint. In de laatste twee kilometer probeerde de Duitser Paul Martens te ontsnappen. Hij viel echter stil, waarna Van Hummel de etappezege en daarmee ook de blauwe trui pakte. In de strijd om de tweede plaats won Barry Markus het van de Duitser Rüdiger Selig.[1]
De tweede etappe ging van Svolvær op de Lofoten langs de plaatsen Kabelvåg, Stamsund, Gravdal en Leknes, en ging via de noordzijde weer terug naar Svolvær. Deze omgeving is bekend om haar dramatische uiterlijk met hoge spitse bergtoppen en pittoreske vissersdorpjes. Ondanks de bergen op de eilandengroep verliep de etappe vrij vlak.
De derde etappe startte weer vanuit Svolvær, maar ging deze keer noordoostwaarts. Via Straumnes en de noordzijde van de Lofoten ging de rit een klein stukje door de provincie Troms, om weer terug te keren naar de eilanden van Vesterålen, via Sortland naar Stokmarknes.
De vierde en laatste etappe startte in Sortland in de Vesterålen in Nordland en de rit sloot af in Harstad in Troms. Hoewel de vierde etappe - net als de tweede en derde - redelijk vlak was, was het uitzicht voor de toeschouwers des te mooier.