Atrina pectinata
Atrina pectinata | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Afgebeeld door Nyst, 1881[1] | |||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Atrina pectinata (Linnaeus, 1767) | |||||||||||||
Synoniemen | |||||||||||||
| |||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||
(en) World Register of Marine Species | |||||||||||||
|
Atrina pectinata (synoniem: Pinna pectinata) is een in zee levende tweekleppige uit de familie Pinnidae.
Beschrijving
[bewerken | brontekst bewerken]Schelpkenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]Atrina pectinata heeft een breekbare schelp met een langgerekt driehoekige vorm. De umbo is geheel aan de voorzijde van de schelp geplaatst. De onderzijde is aan één kant afgerond en aan de andere kant hoekig. De buitenkant van de schelp heeft een enigszins schilferig oppervlak, de binnenkant heeft een oppervlak met parelmoerglans.
Afmetingen
[bewerken | brontekst bewerken]- Lengte: 25 à 30 cm; fossiele exemplaren uit het Noordzeegebied zijn meestal veel kleiner.
Habitat
[bewerken | brontekst bewerken]Leeft in verticale positie half ingegraven, vastgehecht met byssusdraden, in modderige en zandige bodems beneden de getijdenzone.
Areaal
[bewerken | brontekst bewerken]Tegenwoordig heeft deze soort een Mediterrane verspreiding. Komt in de recente fauna van de Noordzee niet voor.
Fossiel voorkomen
[bewerken | brontekst bewerken]In het Noordzeegebied is de soort aanwezig in Miocene en Pliocene afzettingen van België, Nederland en Engeland. In de ondergrond van Antwerpen is in de mariene Pliocene afzettingen de 'Laag met Pinna' bekend. Het betreft een laag met een opeenhoping van zeer veel exemplaren van Atrina pectinata.
Verhouding tot de mens
[bewerken | brontekst bewerken]Van Atrina en de verwante Pinna-soorten zijn parels bekend die overigens geen commerciële waarde hebben.
- Atrina pectinata - Afgebeeld door Wood (1851-1865)[2]
Zie ook
[bewerken | brontekst bewerken]- ↑ Nyst, P.H., 1878-1881. Conchyliologie des terrains tertiaires de la Belgique. Annales du Musée royal d'Histoire naturelle de Belgique, 3: 1-262 (1878), 28 pls., (1881).
- ↑ (en) Wood, S.V., 1851-1860. A monograph of the Crag Mollusca, or, description of shells from the Middle and Upper Tertiaries of the east of England, 2. Bivalves. Monograph of the Palaeontographical Society of London, 1-150, pls 1-12 (1851); 151-216, pls 13-20 (1853); 217-342, pls 21-31 (1857), notes 1, 2 (1860).
- (it) d'Angelo, G., Gargiullo, S., 1978. Guida alle conchiglie Mediterranee. Fabbri, Milano, 224 pp.
- (en) Heering, J., 1950. Pelecypoda (and Scaphopoda) of the Pliocene and older-Plistocene deposits of the Netherlands. Mededelingen Geologische Stichting, C-IV-1, no 9., pp. 1-225.
- (nl) Moerdijk, P.W., Janssen, A.W., Wesselingh, F.P., Peeters, G.A., Pouwer, R., Van Nieulande, F.A.D., Janse, A.C., Van Der Slik, L. (†), Meijer, T., Rijken, R., Cadée, G.C., Hoeksema, D., Doeksen, G., Bastemeijer, A., Strack, H., Vervoenen, M., Ter Poorten, J.J., 2010. De Fossiele Schelpen van de Nederlandse kust. In: Geologie van Nederland, NCB NATURALIS, Leiden, 320 pp.; ISBN 978-90-5011-342-7.
- (fr) Nyst, P.H., 1881. Paléontologie des terrains tertiaires de la Belgique. I. Partie: Terrain pliocène scaldisien. Annales du Musée Royale d'Histoire Naturelle de Belgique, III.
- Spaink, G., 1975. Zonering van het mariene Onder-Pleistoceen en Plioceen op grond van mollusken-fauna's. Toelichting bij Geologische Overzichtskaarten van Nederland: 118-122 (Rijks Geologische Dienst, Haarlem).
- (en) Wood, S.V., 1851-1860. A monograph of the Crag Mollusca, or, description of shells from the Middle and Upper Tertiaries of the east of England, 2. Bivalves. Monograph of the Palaeontographical Society of London, 1-150, pls 1-12 (1851); 151-216, pls 13-20 (1853); 217-342, pls 21-31 (1857), notes 1, 2 (1860).