Boulonnais (paard)
Boulonnais | ||
---|---|---|
Hengst tijdens een hengstenparade | ||
Basisinformatie | ||
Andere namen | het marmerwitte paard | |
Ras | koudbloed | |
Type | trekpaard | |
Herkomst | Frankrijk, Picardië | |
Gebruik | mennen, vleesproductie | |
Eigenschappen | ||
Stokmaat | 150-168 cm | |
Kleuren | Overwegend schimmel, soms vos, bruin, zwart | |
Beharing | volle manen en staart | |
Behang | matig | |
Karakter | goedmoedig, werkwillig, intelligent | |
Fokkerij | ||
Afgeleid ras | Araboulonnais | |
Lijst van paardenrassen |
De boulonnais is een zwaar trekpaard uit de regio Boulogne (Picardië) in het noordwesten van Frankrijk.
Kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]De stokmaat ligt tussen 150 en 170 centimeter. Op grond van de overwegende schimmel vachtkleur wordt het ras ook 'het marmerwitte paard' genoemd.[1] Overige vachtkleuren zijn vos en zwart. Het ras vertoont verwantschap met naburige koudbloedrassen als ardenner en percheron. In tegenstelling tot de meeste andere koudbloedrassen hebben de paarden geen zwaar behang.
Geschiedenis
[bewerken | brontekst bewerken]De geschiedenis van het ras gaat terug tot de tijd voor de kruistochten. Het ras kende diverse ondertypen en heeft een edel voorkomen dat ontstond in de 17e eeuw uit kruisingen van zware werkpaarden enerzijds met Iberische paarden en Arabische bloed anderzijds. Het lichte type werd gebruikt om karren met verse vis van de havenplaats Boulogne-sur-Mer naar Parijs te vervoeren. Het zwaardere type werd gebruikt voor trekwerk in de landbouw.
In het begin van de 20e eeuw werden deze paarden in groten getale geëxporteerd naar de Verenigde Staten. De bestanden in Europa leden echter erg onder de gevolgen van de wereldoorlogen. Ook de toenemende landbouwmechanisatie eiste haar tol. Een dieptepunt in de aantallen werd bereikt in de jaren zeventig. Het ras bleef echter voortbestaan omdat het een van de geschikte rassen is voor de productie van paardenvlees. De huidige aantallen in Europa worden geschat op minder dan duizend exemplaren.
Veredeling
[bewerken | brontekst bewerken]De boulonnais werd in het verleden gebruikt om andere trekpaarden te veredelen en is in recente decennia zelf opnieuw veredeld met Arabisch bloed met als doel een sterk en temperamentvol tuigpaard te ontwikkelen. Het ras dat hieruit ontstond wordt araboulonnais genoemd. Nakomelingen vanaf de derde generatie, met veel minder dan vijftig procent volbloedaandeel, mogen na goedkeuring weer bij het moederstamboek ingeschreven worden.
Literatuur
[bewerken | brontekst bewerken]- (en) Edwards, Elwyn Hartley (1994). The Encyclopedia of the Horse, 1st American. Dorling Kindersley. ISBN 978-1-56458-614-8.
- (fr) Collective (2002). Chevaux et poneys. Éditions Artemis. ISBN 978-2-84416-025-6.
- (fr) Mavré, Marcel (2004). Attelages et attelées : un siècle d'utilisation du cheval de trait. France Agricole Éditions. ISBN 978-2-85557-115-7.
Afbeeldingen
[bewerken | brontekst bewerken]- Tweejarige hengst met gecoupeerde staart (1999)
- Historische optocht: vierspan met authentiek gerij
- Boulonnais op een weide bij een fort uit de Tweede Wereldoorlog
- Een viertal boulonnaispaarden op een weide
- Prent uit 1850
- Prent uit 1850
- Prent uit 1861
- Prent uit 1848
Externe links
[bewerken | brontekst bewerken]- ↑ Bongianni, Maurizio (1988). Simon & Schuster's Guide to Horses and Ponies. Simon & Schuster, Inc. ISBN 978-0-671-66068-0.