Camille de Briey

Graaf Camille de Briey (Ruette, 27 juni 1799 - Ethe, 3 juni 1877) was een Belgisch diplomaat, industrieel en katholiek politicus, onder meer als minister.

Camille de Briey was een zoon van graaf Louis de Briey de Laclaireau (1772-1833), bestuurder van hoogovens, en Anne de Poully (1773-1799), die overleed weinige weken na zijn geboorte. Zijn vader had in 1816 adelserkenning verkregen met de titel van graaf, overdraagbaar bij eerstgeboorte. Camille, die niet de oudste zoon was, verkreeg in 1842 de titel van graaf voor zichzelf en voor al zijn nakomelingen.

Hij trouwde in 1829 in Omey met Laurence de Beauffort (1810-1869). Ze kregen drie zoons en vier dochters:

De Briey volgde in 1827 zijn vader op als eigenaar en bestuurder van hoogovens, na cavalerieofficier te zijn geweest in het Franse leger (1820-1827). Als jongeman had hij enkele jaren verbleven aan het hof van Saksen-Coburg, waar hij de latere koning Leopold I ontmoette.

Hij werd verkozen tot katholiek senator voor het arrondissement Virton-Neufchâteau en oefende dit mandaat uit van 1839 tot in 1848. Hij was (gedurende vier maanden) minister van Financies (1841) en vervolgens minister van Buitenlandse Zaken (1841-1843) in het unionistisch kabinet van Jean-Baptiste Nothomb.

De Briey was daarna actief als diplomaat. Hij werd als buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister gestuurd naar de Duitse Confederatie en naar de hoven van Hessen-Kassel, Hessen-Darmstadt, Nassau, Baden en Württemberg en naar de Vrijstad Frankfurt (1843-1853). Van 1853 tot 1855 was hij buitengewoon gezant bij het hof van Sint-Petersburg.

Voorganger:
Edouard Mercier
Minister van Financiën
1841
Opvolger:
Jean Baptiste Smits
Voorganger:
Joseph Lebeau
Minister van Buitenlandse Zaken
1841-1843
Opvolger:
Felix de Muelenaere