Cleopatra I
Cleopatra I Syra (Κλεοπάτρα η Σύρα[1]) was koningin en later voor een korte periode farao van Ptolemaeïsch Egypte.
Cleopatra Syra was de dochter van Antiochus III,[1] koning van Syrië, vermoedelijk bij diens echtgenote Laodice III en geboren tussen circa 210 en 200 v.Chr. (vermoedelijk vóór 202).[2] Ze werd verloofd met Ptolemaeus V Epiphanes van Egypte in 196 v.Chr.[3] Ze huwde hem te Raphia in 193 v.Chr., waarbij ze werd opgenomen in Ptolemaeus V van Egypte zijn dynastieke cultus als Θεοι Επυφανεις (manifeste goden).[4]
Ze was de moeder van Ptolemaeus VI Philometor,[5] Ptolemaeus VIII Euergetes II[6] en vermoedelijk ook van Cleopatra II. Ze was de oudere co-regent van haar zoon Ptolemaeus VI vanaf september 180 v.Chr.[7]
Ze stierf tussen 9 Mesore jaar 3 (10 september 178 v.Chr.) en 9 Thoth jaar 5 (14 oktober 176 v.Chr.).[8]
Voetnoten
[bewerken | brontekst bewerken]- ↑ a b Appianus, Syriaca I 5.
- ↑ Zie: C.J. Bennett, art. Cleopatra I, in Egyptian Royal Genealogy, 2002-2005 (voetnoot 4).
- ↑ Appianus, Syriaca I 4 (verloofd met Ptolemaeus IV, maar dit is fout); Polybius, XVIII 51.10; Livius, Ab Urbe Condita XXXIII 40; Hiëronymus van Stridon, Commentarii in Danielem 17-19.
- ↑ Livius, Ab Urbe Condita XXXV 13; Cassius Dio, XIX 18; Hiëronymus van Stridon, Commentarii in Danielem 17-19.
- ↑ Polybius, XXVIII 20.9.
- ↑ Hiëronymus van Stridon, Commentarii in Danielem 11.27-30.
- ↑ P.Ryland IV 589; PFreiburg III 12; J.N. Svoronos, Die Münzen der Ptolemäer, Athene, 1904, nrs. 1380-1382 (pl. 47a.9,13; 47b.15); J.E.G. Whitehorne, Cleopatras, Londen - New York, 1994, pl. 3. Gearchiveerd op 22 december 2022.
- ↑ Terminus post quem in PFreiburg III 22 en terminus ante quem in P.Brit.Mus.Reich 10230.
Referenties
[bewerken | brontekst bewerken]- W. Ameling, art. Kleopatra [II 4], in NP 6 (1999), coll. 587-588.
- C.J. Bennett, art. Cleopatra I, in Egyptian Royal Genealogy, 2002-2005. (Uitstekend artikel over Cleopatra I, Engels)
- W. Huß, Ägypten in hellenistischer Zeit 332-30 v.Chr., München, 2001, pp. 499, 514f.; 535; 537--540.
- J.E.G. Whitehorne, Cleopatras, Londen - New York, 1994, pp. 80-------88 (nn. 1-15), pl. 3.