Curietemperatuur

De curietemperatuur, vernoemd naar Pierre Curie, is de temperatuur waarboven ferromagnetische materialen ophouden een permanent magneetveld om zich heen te bezitten.

Als bijvoorbeeld een ijzeren magneet wordt verwarmd boven de curietemperatuur van 770 °C dan is hij niet meer ferromagnetisch. Hij wordt dan paramagnetisch. Als het ijzer weer afgekoeld is, komt het permanente magneetveld niet terug. Wel is er dan weer een magneetveld aanwezig in kleine gebiedjes in het materiaal, de zogenaamde gebiedjes van Weiss (Pierre-Ernest Weiss), maar deze velden wijzen in willekeurige richtingen, zodat er geen resulterend extern magneetveld aanwezig is. Het is wel mogelijk het ijzer opnieuw te magnetiseren.

De curietemperatuur is moeilijk exact te meten. Ten eerste verdwijnt het permanente magneetveld rond het materiaal slechts geleidelijk. Ten tweede is de curietemperatuur sterk afhankelijk van kleine verontreinigingen in het materiaal, vooral van het overal aanwezige ijzer.

Een selectie van ferromagnetische materialen met hun curietemperaturen in kelvin:

Materiaal Curietemp. (K)
Fe 1043
Co 1388
Ni 627
Gd 292
Dy 88
MnAs 318
MnBi 670
MnSb 587
Materiaal Curietemp. (K)
MnOFe2O3 573
FeOFe2O3 858
NiOFe2O3 858
CuOFe2O3 728
MgOFe2O3 713
Y3Fe5O12 560
CrO2 386
EuO 77
Materiaal Curietemp. (K)
EuS 16,5
CrBr3 37
Au2MnAl 200
Cu2MnAl 630
Cu2MnIn 500
GdCl3 2,2
Fe2B 1015
MnB 578