De slaap (Courbet)
De slaap | ||||
---|---|---|---|---|
Kunstenaar | Gustave Courbet | |||
Signatuur | G. Courbet, 66 | |||
Jaar | 1866 | |||
Techniek | Olieverf op doek | |||
Afmetingen | 135 × 200 cm | |||
Museum | Petit Palais | |||
Locatie | Parijs | |||
Inventarisnummer | PPP3130 | |||
|
De slaap (Frans: Le sommeil) is een schilderij van Gustave Courbet uit 1866. Het staat ook bekend als De twee vriendinnen (Les deux amies) en als Loomheid en luxe (Paresse et Luxure). Sinds 1953 maakt het deel uit van de collectie van het Petit Palais in Parijs.
Voorstelling
[bewerken | brontekst bewerken]Courbet schilderde op De slaap twee naakte vrouwen die verstrengeld liggen te slapen. Links een donkerharige vrouw, die op haar rug ligt met gedraaide benen. Tegen haar aan ligt een blonde vrouw met een duidelijk lichtere huidskleur, die het rechterbeen van de andere vrouw op haar heup houdt. Joanna Hiffernan, op dat moment maîtresse van de schilder Whistler[1], stond model voor de rechter vrouw.
Het heeft er alle schijn van dat beide vrouwen korte tijd eerder seks hebben gehad. Het doorwoelde bed, de gebroken parelketting, de haarspeld en de jurk die rechtsonder op het bed ligt, alles wijst in die richting. Op een Oosters aandoend tafeltje links staan een glas, een karaf en een kristallen vaas. Ook aan de rechterkant is een klein stilleven te zien, een vaas met bloemen op een console.
De slaap kan gezien worden als een echo van Manets Olympia dat op de Salon van 1865 een groot schandaal veroorzaakt had. Beide doeken delen een realistische weergave van een naakt vrouwenlichaam in een luxueuze kamer, al ontbreekt op Olympia de lesbische lading. Het schilderij van Courbet wakkerde de belangstelling voor dit thema sterk aan, wat bijdroeg aan de maatschappelijke acceptatie van lesbische relaties.[2] Op zijn beurt was Courbet geïnspireerd door Delphine et Hippolyte, een gedicht uit Baudelaires Les Fleurs du mal,[3] maar ook door erotische prenten uit de achttiende eeuw.
Herkomst
[bewerken | brontekst bewerken]- 1866: de Ottomaanse diplomaat en kunstverzamelaar Halil Bey koopt De slaap van Courbet samen met L'origine du monde. Halil Bey bezat een hoogwaardige collectie erotische schilderijen, waar bijvoorbeeld ook Het Turkse bad deel van uitmaakte.
- 1868: gekocht door de beroemde bariton Jean-Baptiste Faure.
- 1882: komt in bezit van de Zwitserse chirurg Auguste Reverdin.
- in bezit van de kunsthandelaar Paul Valloton in Lausanne.
- 1953: verkocht aan de stad Parijs voor het Petit Palais.
Literatuur
[bewerken | brontekst bewerken]- Laurence Des Cars, Dominique de Font-Réauls, Gary Tinterow en Michel Hilaire (2007). Gustave Courbet: Exposition Paris, New York, Montpellier 2007-2008. Paris: Réunion des musées nationaux.
Externe links
[bewerken | brontekst bewerken]- (fr) informatie over het schilderij op de website van het Petit Palais. Geraadpleegd op 18 maart 2024.
- (fr) informatie over het schilderij op de website van L'Agence photo - RNM Grand Palais. Geraadpleegd op 18 maart 2024.
- (en) George Haggerty en Bonnie Zimmerman, Encyclopedia of lesbian and gay histories and cultures. Geraadpleegd op 18 maart 2024.
- (en) Elisabeth Ladenson, Dirt for art's sake: books on trial from Madame Bovary to Lolita. Geraadpleegd op 18 maart 2024.
- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Le Sommeil op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Le Sommeil (Courbet) op de Franstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
- ↑ Het witte meisje is wellicht Whistlers bekendste schilderij van Hiffernan.
- ↑ George Haggerty en Bonnie Zimmerman (2000) Encyclopedia of lesbian and gay histories and cultures. Taylor & Francis. p. 311
- ↑ Elisabeth Ladenson (2007). Dirt for art's sake: books on trial from Madame Bovary to Lolita. Cornell University Press. p. 75