Diadeemzee-egel
Diadeemzee-egel | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Diadema setosum (Leske, 1778) Originele combinatie Echinometra setosa | |||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||
Diadeemzee-egel op Wikispecies | |||||||||||||||
(en) World Register of Marine Species | |||||||||||||||
|
De diadeemzee-egel (Diadema setosum) is een zee-egel uit de familie Diadematidae. De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1778 gepubliceerd door Nathanael Gottfried Leske.[1][2]
Kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]Deze zwarte zee-egel heeft een hard pantser met een diameter van 5 tot 9 centimeter, dat bedekt is met giftige stekels van 30 centimeter lengte. Het pantser bestaat uit kleine plaatjes waarop zich knobbels bevinden. Hij heeft een licht iriserend stervormig patroon aan de bovenkant. De stekels zijn vastgehecht door middel van een kogelgewricht. Deze stekels vormen een gevaar voor baders en duikers, die gewond kunnen raken door erop te stappen. Rondom de anus bevindt zich een oranje ring.
Leefwijze
[bewerken | brontekst bewerken]Zijn voedsel bestaat voornamelijk uit korstvormende algen en organische stoffen. De voortbeweging geschiedt door middel van ambulacrale voetjes (2 maal 5 rijen), die zijn bezet met zuignappen om zich aan het substraat vast te hechten. Ze kunnen een leeftijd bereiken van 5 jaar. Onder de weinige vijanden bevindt zich de blauwvintrekkervis. Om zich te beschermen tegen aanvallen, verzamelen deze dieren zich meestal overdag, om uitgestrekte groepen te vormen. De giftige stekels vormen vaak een veilig onderkomen voor minuscule zeegrondels, kardinaal-baarzen, garnalen en zelfs kwallen van het geslacht Coeloplana.
Verspreiding en leefgebied
[bewerken | brontekst bewerken]Deze soort komt voor in de Rode Zee, het oostelijk deel van de Indische Oceaan en de Grote Oceaan tot in Polynesië alsook van zuidelijk Japan tot Australië en Nieuw-Caledonië in lagunes, aan rotsoppervlakten, op het zand in de nabijheid van koraalriffen, soms tot 70 meter diepte, maar meestal in zeer ondiepe wateren van 1 tot 25 meter diepte. Ook in wierbanken en verstoorde omgevingen met talrijke dode koralen komt hij voor.
In 2006 is de soort ook aangetroffen in de Middellandse Zee, aan de zuidkust van Turkije. Mogelijk zijn larven van de zee-egel door onder andere scheepvaart door het Suezkanaal in de Middellandse Zee terechtgekomen.[3]
Gevaar voor mensen
[bewerken | brontekst bewerken]Tijdens het trappen op deze zee-egels dringen de naaldvormige stekels diep door in de dikke huid van de voetzool. In extreme gevallen kunnen ze de voet doorboren. Doordat het oppervlak van de stekels gegroefd is, is terugtrekken bijna onmogelijk. Verder gaat het gepaard met een hevige pijn, doordat de stekels ook giftig zijn. Wanneer de stekel breekt, komt het roodgekleurde gif vrij. Ten slotte kunnen de stekels nog wekenlang achterblijven in de huid.[4]
Synoniemen
[bewerken | brontekst bewerken]- Echinus saxatilis Linnaeus, 1758[5]
Afbeeldingen
[bewerken | brontekst bewerken]- De karakteristieke oranje ring en enkele van de witte vlekken zijn zichtbaar in deze foto.
- Ingezoomd op de anale zak.
- ↑ Leske, N.G. (1778). Addimenta ad Iacobi Theodori Klein naturalem dispositionem Echinodermatum: 40. Gearchiveerd op 30 september 2020.
- ↑ Leske gaf niet zelf de beschrijving maar verwees naar Naturalis dispositio echinodermatum van Jacob Theodor Klein, verschenen in 1734 en dus vóór het beginpunt van de zoölogische nomenclatuur. Leske koppelde in zijn werk geldige wetenschappelijke namen aan de beschrijvingen en afbeeldingen die Klein eerder gaf.
- ↑ (en) The first record of the needle-spined urchin Diadema setosum (Leske, 1778) (Echinodermata: Echinoidea: Diadematidae) from the Mediterranean Sea, Aquatic Invasions (2006)
- ↑ G.T. Haneveld, Levensgevaarlijke zee-egels (Vita Marina - Zeebiologische documentatie - april 1971)
- ↑ Linnaeus, C. (1758). Systema naturae ed. 10: 664. Gearchiveerd op 24 september 2020.
- Kroh, A. (2011). Diadema setosum (Leske, 1778). In: Kroh, A. & Mooi, R. (2010) World Echinoidea Database. Gebaseerd op informatie uit het World Register of Marine Species, te vinden op http://www.marinespecies.org/aphia.php?p=taxdetails&id=213372.
- De grote dierenencyclopedie (1993). Zuidnederlandse Uitgeverij N.V., Aartselaar, België. ISBN 90-243-5204-5.