Frankische Oorlog (428)

Frankische oorlog van 428
Onderdeel van Val van het West-Romeinse Rijk
Noord-Gallië
Noord-Gallië
Datum 425
Locatie Belgica Secunda en Germania Secunda
Resultaat Romeinse overwinning
Strijdende partijen
Franken West-Romeinse rijk
Leiders en commandanten
Aëtius
Troepensterkte
10.000-15.000 40.000 [1]
Verliezen
onbekend onbekend

De Frankische oorlog (428) was een kortdurend militair conflict tussen de Franken en het West-Romeinse Rijk onder keizer Valentinianus III. In dit conflict is alleen met zekerheid te zeggen dat de Romeinse generaal Aetius hierbij betrokken was. De aanwezigheid van koning Clodio als aanvoerder van de Franken is een veronderstelling en wordt niet bevestigd door contemporaine bronnen. De oorlog eindigde in een Romeinse overwinning.

Omstreeks 400 bestond het Frankische stamverband uit twee deelgroepen, de Salische Franken en de Ripuarische Franken, waarvan de Saliërs binnen het Romeinse Rijk als foederati verbleven en de Ripuariërs ter hoogte van Keulen op de oostelijke oever van de Rijn leefden. In de noordelijkste provincie Germania Secunda leverden beide stammen troepen aan de Limitanei die belast waren met de bewaking van de Rijngrens. Tijdens de crisis waarin het westelijke rijk belandde als gevolg van de Rijnoversteek en de burgeroorlog die uitbrak, steunden de Franken de Britse usurpator Constantijn III[2] en na diens ondergang de Gallische usurpator Jovinus. Constantius III, de opperbevelhebber van keizer Valentinianus maakte uiteindelijk een einde aan de burgeroorlog en herstelde het centraal gezag in Gallië. Hij sloot nieuwe verdragen met de volken aan de Rijngrens en herstelde daarmee de band met keizer Honorius. [3]

Inval van de Franken

[bewerken | brontekst bewerken]

Volgens Sulpicius Alexander werden de Franken in die tijd geleid door regales, kleine koningen.[4] Uit de contemporaine bronnen zijn van hen geen namen overgeleverd. Chlodio, is de eerste koning waarover geschreven werd. Profiterend van de verzwakking van de Romeinse macht, veroorzaakt door de burgeroorlog tussen 427 en 429, viel de Franken Noord-Gallië binnen en bezetten het grondgebied tot aan de Somme.[5] [6] De inval was succesvol want de Romeinse milities die ingezet werden, werden verslagen of verdreven. Een echte reactie van de Romeinen bleef eerst uit omdat Aëtius, de bevelhebber van het Gallische veldleger, in Italië verbleef.[7]

Veldtocht van Aetius

[bewerken | brontekst bewerken]

Aëtius, comes et magister militum per Gallias, was een voormalige generaal van de afgezette keizer Johannes die in 426 succesvol een einde maakte aan de opstand van Theodorik I. Hij was in Ravenna voor nader overleg met Felix, de opperbevelhebber, die de crisis wilde bezweren waarin het West-Romeinse Rijk terecht was gekomen als gevolg van de opstand van comes Africanae Bonifatius in Noord-Afrika. De burgeroorlog aldaar maakte een moeilijke fase door als gevolg van incompetent optreden door de leiding van het expeditieleger die de opstand van Bonifatius moest neerslaan. [8]De opstand van de Franken was een complicerende factor die eveneens met voorrang opgelost moest worden. Aetius keerde terug naar Gallië en een andere generaal Sigisvult vertrok naar Afrika.[9]

Aetius beschikte naast de Comitatenses, het Gallische veldleger over een groot contigent Hun-soldaten, die beroemd waren om hun vaardigheid als bereden boogschutters. Het was een logische beslissing om het bereden leger van Aetius snel naar Gallië te zenden om opmars van de Franken in het uiterste noorden tegen te houden. Aetius leidde zelf de legermacht en versloeg de Franken in 428. Vervolgens herstelde hij de Romeinse macht over een deel van het grondgebied dat ze in bezit hadden genomen. [10]

Bronnen en interpretatie

[bewerken | brontekst bewerken]

Het relaas van deze oorlog is uiterst summier overgeleverd. Slechts in drie contemporaire bronnen wordt het conflict genoemd: Philostorgius, Prosper en de Chronica Gallica van 452. Cassiodorus die over de oorlog meldt dat Aëtius een bloedbad aanrichtte onder de Franken, is een latere bron.[11] Behoudens dat Aëtius de overwinning behaalde en vrede sloot is het verdere verloop van deze oorlog onbekend. Er zijn geen plaatsnamen overgeleverd waar gevechten tegen de Franken hebben plaatsvonden of het moet Vicus Helenae zijn geweest.[12] Niet tegenstaande dat is er meer bewijs dat dit gevecht later plaatsvond. Onduidelijk blijft welke Frankische volksstam in 428 Noord-Gallië binnenvielen. Prospers' relaas over de oorlog is uiterst summier en bericht ons niet welke volksstam erbij betrokken was.

Vermeldigenswaardig is dat Aetius voor deze overwinning werd beloond met de hoogste militaire rang van magister equitum praesentalis door Galla Placidia , waarmee hij op gelijke hoogte kwam met Felix.