Gentse stadspoorten

De Gentse stadspoorten waren stadspoorten in de omwalling van de Belgische stad Gent. De stad kende in de loop der eeuwen verschillende omwallingen, waarin stadspoorten werden opgenomen. De poorten zijn nu verdwenen. De namen van de poorten zijn nog bewaard in straatnamen en de namen van kruispunten en buurten.

Eerste omwalling

[bewerken | brontekst bewerken]
Detail van de Houtlei uit panoramisch zicht op Gent van 1534 met drie stadspoorten, van links naar rechts: Zandpoort, Posteernepoort, Torenpoort

De oudste omwalling van wat we nu de Portus aan de Reep noemen, werd gebouwd eind 9de, begin 10de eeuw. Deze omwalling liep rond een gebied bij de toenmalige Sint-Janskerk (nu Sint-Baafskathedraal) en de Nederschelde (Reep). Het traject liep van de Schelde aan de Jodenstraat, langs de Borreputsteeg, de Kalandeberg, de Lange Kruisstraat over het Sint-Baafsplein langs (nu de verdwenen) Regnessestraat tot aan de Schelde bij de Nederpolder/Bisdomkaai.[1]

In de 12de en 13de eeuw was het historisch centrum omsloten door een eerste verdedigingsgordel van natuurlijke en gegraven waterlopen, namelijk de Schelde, de Ottogracht, de Leie, de Houtlei en de Ketelvest. Het geheel werd door stadspoorten versterkt:

  • Brabantpoort of Braempoort: zuidoostelijke toegangspoort vanuit Brabant. De poort lag op de huidige Brabantdam en verdween in 1779.
  • Ketelpoort: zuidwestelijke toegangspoort aan de Ketelvest. De poort werd gesloopt in 1777-1780.
  • Torenpoort of Turrepoort en ook wel “Porta Trunchi” (Drongenpoort) of “Porta Turitana” (Torhoutpoort): westelijke toegangspoort aan de Houtlei, nu de Oude Houtlei. Het was een dubbele poort met een brug over de Houtlei. De binnenpoort verdween al in 1563, de buitenpoort in 1841. In de buurt ligt nu nog de Turrepoortsteeg.
  • Zandpoort of Zottepoort langs de Houtlei.
  • Posteernepoort of Bestormpoort langs de Houtlei.
  • Sint-Jorispoort: nabij liggen nu de Sint-Joriskaai en de Sint-Jorisbrug. De poort werd in 1577 gesloopt.

Tweede omwalling

[bewerken | brontekst bewerken]
Gent, Atlas van Loon, 1649
Sint-Lievenspoort en Keizerpoort op uitsnede van de kaart van Gent uit de Atlas van Loon van 1649

De stad groeide verder en nieuwe buitenwijken werden bij de stad gevoegd in de loop van de 13de eeuw. De volgende jaren werden dit nieuwe grondgebied door nieuwe vestingen beschermd. Deze vormden geen ononderbroken omheining, maar maakten soms ook gebruik van de drassige landen rond de stad. De plaats van deze vroegere omwalling wordt nu op veel plaatsen ingenomen door de Gentse stadsring R40. In die 13de-eeuwse omwalling werden op de toegangswegen nieuwe stadspoorten opgetrokken. Op de plaats van verschillende van die poorten bevinden zich nu kruispunten op de stadsring.

16de-eeuwse omwalling

[bewerken | brontekst bewerken]

Vanaf 1578 werd de grens van stad Gent bepaald door de Rietgracht. De volgende eeuwen waren grote aanpassingen aan de omwallingen niet nodig. In de 16de eeuw werden echter op verschillende plaatsen veranderingen doorgevoerd. De binnenpoorten verdwenen en de omwalling van het Sint-Baafsdorp verdween. Op die plaats werd het Spanjaardenkasteel opgericht. De vestingen werden op verschillende plaats versterkt en enkele nieuwe vesten werden gegraven. In het oosten kwam het geheel wat dichter bij de stad te liggen en werden de Heirnis en Muide van het centrum gescheiden. Er kwamen ook nieuwe poorten in deze omwalling:

Onder keizer Jozef II werden de vestingen vanaf 1781 geleidelijk en gedeeltelijk ontmanteld en enkele poorten verdwenen. Sommige poorten werden onder Frans bewind nog vervangen door ijzeren hekken en fungeerden nog een tijd als tolpoort. Na de afschaffing van het octrooirecht in 1860 verdwenen uiteindelijk alle stadswallen en poorten.

Een aantal verdedigingstorens van de omwalling zijn bewaard gebleven:

De Peperbus in Gent

Hieronder een kaart met de eerste en tweede stadsomwalling en de poorten daarin.[2][3][4][5][6][7][8][9][10]

Kaart