Heliconius

Heliconius
Heliconius sara
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Arthropoda (Geleedpotigen)
Klasse:Insecta (Insecten)
Orde:Lepidoptera (Vlinders)
Familie:Nymphalidae
Onderfamilie:Heliconiinae
Geslachtengroep:Heliconiini
Geslacht
Heliconius
Kluk, 1780
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Heliconius op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Insecten
Heliconius erato

Heliconius is een geslacht van vlinders uit de onderfamilie Heliconiinae en de familie Nymphalidae. De soorten van dit Amerikaanse geslacht zijn de kleurrijkste in deze onderfamilie. Het zijn langlevende, langzaamvliegende vlinders die vaak in tropische vlindertuinen worden gehouden. Er zijn exemplaren bekend die zeven tot acht maanden oud werden. Veel soorten leggen hun eieren op één enkele soort passiebloem, de specifieke waardplant van de rupsen. Andere soorten zijn minder specifiek en leggen hun eieren op meer soorten passiebloemen.

De meeste soorten komen voor in de Caraïben, Zuid- en Midden-Amerika. Heliconius charitonius heeft de noordelijkste verspreiding; deze soort komt voor tot in de zuidelijke Verenigde Staten.

Leggen van eieren

[bewerken | brontekst bewerken]

De meeste soorten leggen een ei per keer, terwijl andere soorten hun eieren in cirkelvormige patronen leggen. Sommige soorten leggen een massa eieren per keer op nieuwe groeischeuten, terwijl andere soorten kleine clusters eieren leggen of de eieren leggen in netjes gerangschikte rijen. De eieren worden alleen op ranken, steunblaadjes en de punten van bladeren gelegd. Het duurt drie tot negen dagen voordat de eieren uitkomen.

Passiebloemen hebben in de loop van de evolutie technieken ontwikkeld om zich te wapenen tegen de vlinders. Ze ontwikkelden extraflorale nectarklieren die insecten als mieren aantrekken die de planten vervolgens beschermen tegen de vlinders. Ook zijn er extraflorale nectarklieren die op eitjes lijken (“schijneitjes”), waardoor de vlinders denken dat de plant al bezet is en deze verder ongemoeid laten. Dit is een voorbeeld van mimicry van Bates. Bij de passiebloemen en de vlinders is er sprake van co-evolutie.

De meeste rupsen beginnen hun leven met het opeten van de eierschaal voor de nutriënten, maar een aantal soorten verlaten de eierschaal meteen zodra ze zijn uitgekomen. De rupsen van de meeste soorten die een ei per keer leggen zijn kannibalistisch en zullen de concurrentie uitschakelen. Maar er zijn ook soorten waarbij de rupsen in grote gemeenschappen leven en de passiebloemen gezamenlijk consumeren.

Gedurende het larvale stadium van twee tot drie weken vervellen de rupsen vier keer. Aan het einde van het larvale stadium zoekt de rups een plek om een cocon te spinnen. Na 24 tot 48 uur verandert de rups in een pop. De poppen van zijn meestal wit tot beige. Ze zijn bedekt met veel stekels en hebben een aantal metaalkleurige plekken.

De poppen zijn meestal moeilijk te vinden omdat ze verborgen zitten en gecamoufleerd zijn. Meestal duurt het 8 tot 12 dagen voordat de volledige metamorfose heeft plaatsgevonden en de volwassen vlinder tevoorschijn komt. Voordat de vlinder uitkomt, wordt de pop doorschijnend en worden de kleuren van de vlinder zichtbaar. Voordat de vlinder uitkomt, pompt hij bloedt in zijn vleugels om deze te vergroten en te versterken. In dit stadium is de vlinder kwetsbaar en hij zal meestal in de ochtend uitkomen, waarbij hij zijn vleugels vergroot en een enzym uitscheidt om de vleugels te verharden. Dit duurt meestal maar een paar minuten, waarna de vlinder binnen een uur vliegklaar is.

Heliconius sapho

Mannetjes van veel soorten hebben geurschubben met feromonen op hun achtervleugels en kunnen vrouwtjes veroveren door ze te besproeien met de feromonen. De mannetjes doen dit door de voorvleugels over de achtervleugels te wrijven terwijl ze fladderen, waardoor de feromonen vrijkomen. Als het vrouwtje het mannetje niet accepteert zal ze een klier op haar abdomen tonen en met haar vleugels fladderen om een geur te verspreiden die het mannetje afschrikt.

Bij sommige soorten zoals kan het mannetje dagen bij een vrouwelijke pop blijven hangen. Vlak voordat het vrouwtje uitkomt, zal het mannetje de huid van de pop penetreren en met haar paren als ze uitkomt. Soms concurreren meerdere mannetjes om een vrouwelijke pop.

De verschillende soorten kunnen ook hybridiseren zoals tussen Heliconius melpomene en Heliconius cydno en tussen Heliconius erato en Heliconius himera.

Voeding en leefwijze van de volwassen vlinders

[bewerken | brontekst bewerken]

Volwassen vlinders voeden zich zowel met nectar als met nutriënten die ze extraheren uit stuifmeel. Het eten van nutriënten uit stuifmeel zorgt ervoor dat deze vlinders langer leven dan de vlinders uit andere geslachten, omdat nectar alleen een bron van koolhydraten vormt en stuifmeel ook andere nutriënten bevat. Nadat ze stuifmeel hebben verzameld met hun roltong scheiden ze een vloeistof uit om het stuifmeel in suspensie te houden. De vlinders houden dit mengsel enkele uren bij zich. Uit het stuifmeel komen aminozuren en proteïnes vrij die door de vlinders worden opgenomen. De stuifmeelkorrels zelf worden door de vlinders niet verteerd. Door de mogelijkheid om zich met nutriënten uit stuifmeel te voeden, kunnen de vlinders wel enkele maanden leven. Ook kunnen de vlinders zich voeden met sap van rottend fruit.

De vlinders voeden zich met stuifmeel en nectar van planten uit de geslachten Lantana, Psiguria en Gurania. De vlinders zijn giftig doordat ze cyanogenen aanmaken van aminozuren, die ze uit stuifmeel halen.

De vlinders verzamelen zich tegen de avond en overnachten op gemeenschappelijke slaapplaatsen, waarbij ze op hun kop hangen.

Mimicry van Müller

[bewerken | brontekst bewerken]

Mimicry van Müller is een fenomeen waarbij verschillende, gevaarlijke (bijvoorbeeld giftige) soorten elkaar in uiterlijk nabootsen. Dit treedt bij Heliconius onder andere op tussen Heliconius melpomene en Heliconius erato. Deze soorten komen in een groot aantal kleurvariaties voor waarbij vergelijkbare kleurvariaties van de twee soorten in hetzelfde verspreidingsgebied voorkomen.

Mimicry van Müller: de onderste rij toont Heliconius erato en de daarboven gelegen rij toont de corresponderende kleurvariaties bij Heliconius melpomene

Niet meer in dit geslacht

[bewerken | brontekst bewerken]
[bewerken | brontekst bewerken]