Islas Chafarinas

Islas Chafarinas
Eiland van Spanje
Wapen van Islas Chafarinas
Islas Chafarinas (Spanje)
Islas Chafarinas
Spaanse exclaves in Afrika
Locatie
Land Spanje
Locatie Middellandse Zee
Coördinaten 35° 11′ NB, 2° 26′ WL
Algemeen
Oppervlakte 0,52 km²
Inwoners
(2006)
200
Hoogste punt Cerro Nido de las Águilas (137 m)
Overig
Aantal eilanden 3
Detailkaart
Kaart van Islas Chafarinas
Foto's
Van links naar rechts: Isla del Congreso, Isla de Isabel II en Isla del Rey, gezien vanaf de Marokkaanse kust.
Van links naar rechts: Isla del Congreso, Isla de Isabel II en Isla del Rey, gezien vanaf de Marokkaanse kust.
Portaal  Portaalicoon   Spanje

De Islas Chafarinas (Berbers: Taẓrut n Cebdan / Tigzirin n iceffaṛen Arabisch: Djuzur 'iishfarin) zijn een archipel van drie kleine eilandjes in de Middellandse Zee, voor de kust van Marokko, 48 km ten oosten van Melilla en 3,5 km voor de Marokkaanse stad Ra'su l-Ma'. De Islas Chafarinas zijn een van de Spaanse territoria in Marokko (de zogenaamde Plazas de soberanía), samen met de kustenclaves Ceuta en Melilla, de eilanden Peñón de Vélez de la Gomera en Peñón de Alhucemas, en het betwiste rotseiland Isla Perejil.

De eilanden bevinden zich onder Spaanse soevereiniteit sinds 6 januari 1848, toen twee Spaanse oorlogsschepen ze bezetten, enkele uren voor de aankomst van hun Franse concurrenten.

De archipel bestaat uit het westelijke Isla del Congreso (22,5 hectare, maximaal 137 meter boven zeeniveau), het centrale Isla de Isabel II (15,9 hectare, maximaal 35 meter boven zeeniveau) en het oostelijke Isla del Rey (12,7 hectare, maximaal 31 meter boven zeeniveau).

Enkel het centrale eiland Isla de Isabel II wordt permanent door een militair garnizoen van 190 soldaten en door wetenschappers bewoond. In het begin van de twintigste eeuw leefden tot 736 mensen (in 1910) op dit eilandje. Op dit eiland bevindt zich ook een kerk, gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van de onbevlekte ontvangenis, gebouwd tussen 1851 en 1853.

Deze eilanden groep stond voor de toegenomen Arabisatie van Noord-Afrika bekend als het eiland waar de Riffijnse stam "Kebdan/Cebdan" over heerste. In de Rif werd de eilandengroep daarom "Taẓrut n Cebdan" genoemd ofwel "Steen van Kebdan"[1]. De naam "Djuzur 'iishfarin" ontspringt ook vanuit het Riffijns-Berberse woord "Chefar", wat "dief" betekent, aangezien de eilanden het toevluchtsoord vormden voor criminelen van het vasteland. In de antieke oudheid werden de eilanden aangeduid als Tres Insulæ (drie eilanden).

Zie de categorie Chafarinas Islands van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.