Jacobus Mattheüs de Kempenaer
Jacobus Mattheüs de Kempenaer | ||||
---|---|---|---|---|
Partij | liberaal, tot 1849; moderaat, van 1849 tot april 1853; conservatief, vanaf april 1853; Algemeene Kiesvereeniging in Nederland, vanaf december 1868 | |||
Religie | Nederlands Hervormd | |||
Titulatuur | Mr. | |||
Functies | ||||
1833-? | lid stedelijke raad van Arnhem | |||
1840 | buitengewoon lid Tweede Kamer der Staten-Generaal | |||
1841-1844 | lid Provinciale Staten van Gelderland | |||
1844-1849; 1853-1860 | lid Tweede Kamer der Staten-Generaal | |||
maart-nov 1848 | lid Staatscommissie tot herziening van de Grondwet (Grondwetscommissie-Thorbecke) | |||
mei-nov 1848 | tijdelijk Minister van Binnenlandse Zaken | |||
1848-1849 | Minister van Binnenlandse Zaken | |||
|
Jacob Mattheus de Kempenaer (Amsterdam, 6 juli 1793 – Arnhem, 12 februari 1870) was een Arnhemse jurist en politicus. Hij studeerde in Leiden (promotie 1816), was rijksadvocaat te Arnhem, voorzitter van de Raad van Koophandel en lid van de raad van Arnhem en lid van de Provinciale Staten van Gelderland.
Hij kon bij binnenkomst in de Tweede Kamer gerekend worden tot de liberalen en behoorde in 1844 tot de Negenmannen die het initiatief namen tot Grondwetsherziening. De Kempenaer maakte in 1848 deel uit van de Grondwetscommissie-Thorbecke en speelde als minister van Binnenlandse Zaken een belangrijke rol bij het tot stand komen van de herziening van de Grondwet. Hij belandde nadien in conservatiever vaarwater en kwam als Tweede Kamerlid tegenover Thorbecke te staan.
Gezin
[bewerken | brontekst bewerken]De Kempenaer trouwde te Haarlem op 19 augustus 1818 met Arnoldina Jacoba Gerlings (1796-1871). Zij kregen drie zonen en drie dochters.
Literatuur
[bewerken | brontekst bewerken]- N.P., 39 ('s-Gravenhage 1953), 155.
- De informatie op deze pagina, of een eerdere versie daarvan, is geheel of gedeeltelijk afkomstig van www.parlement.com. Overname was tot 1 februari 2016 toegestaan met bronvermelding.
Voorganger: L.C. Luzac | Minister van Binnenlandse Zaken 1848 - 1849 | Opvolger: J.R. Thorbecke |
Voorganger: G. Schimmelpenninck | Voorzitter van de Ministerraad 1848 - 1849 | Opvolger: J.R. Thorbecke |