Keizer Karel IV
Karel IV | ||
---|---|---|
Fragment van een votiefbeeld door Theodorik van Praag | ||
Rooms-Duits (tegen-)koning en keizer | ||
Regeerperiode | 1346 - 1378 | |
Verkiezing Herverkiezing | 11 juli 1346 in Rhens 17 juni 1349 in Frankfurt | |
Kroning 2e kroning | 26 november 1346 in Bonn 25 juli 1349 in Aken | |
Kroning (Italië) | 6 januari 1355 in Milaan | |
Keizerskroning | 5 april 1355 in Rome | |
Kroning (Arles) | 4 juni 1365 in Arles | |
Tegenkoning | Günther (1349) | |
Voorganger | Lodewijk IV | |
Opvolger | Wenceslaus | |
Markgraaf van Moravië | ||
Regeerperiode | 1333 - 1349 | |
Voorganger | Jan de Blinde | |
Opvolger | Jan Hendrik | |
Graaf van Luxemburg | ||
Regeerperiode | 1346 - 1353 | |
Voorganger | Jan de Blinde | |
Opvolger | Wenceslaus I | |
Koning van Bohemen | ||
Regeerperiode | 1346 - 1378 | |
Voorganger | Jan de Blinde | |
Opvolger | Wenceslaus IV | |
Huis | Luxemburg | |
Vader | Jan de Blinde | |
Moeder | Elisabeth I van Bohemen | |
Geboren | 14 mei 1316 Praag, Bohemen | |
Gestorven | 29 november 1378 Praag, Bohemen | |
Echtgenotes | 1e Blanca van Valois 2e Anna van de Palts 3e Anna van Schweidnitz 4e Elisabeth van Pommeren | |
Religie | Rooms-katholiek |
Karel IV (Praag, 14 mei 1316 – aldaar, 29 november 1378) was Duits koning vanaf 1346, koning van Bohemen vanaf 1347, koning van Italië vanaf 1355 en keizer van het Heilige Roomse Rijk vanaf 1355. Hij stamde uit het huis Luxemburg. Karel IV geldt als een van de belangrijkste keizers uit de late middeleeuwen en een van de invloedrijkste Europese vorsten van zijn tijd.
Jeugd
[bewerken | brontekst bewerken]Karel was de zoon van Jan de Blinde, koning van Bohemen en de kleinzoon van Hendrik VII, de toenmalige Roomse keizer. Zijn moeder was Elisabeth I van Bohemen, de zuster van Wenceslaus, de laatste der Přemysliden. Bij zijn geboorte kreeg hij de naam Wenceslaus (Václav), naar de patroon van het Boheemse volk. Jan de Blinde liet zijn vrouw Elisabeth inkerkeren in het klooster van Mělník en nam zijn zoon mee naar Frankrijk. Wenceslaus werd opgevoed in Parijs en kreeg bij zijn vormsel de naam Karel. Hij huwde daar met Blanca van Valois, de halfzuster van de Franse koning.
Koningschap
[bewerken | brontekst bewerken]In 1333 werd hij door zijn vader belast met het bestuur van Bohemen en Moravië. Zijn vader, gesteund door paus Clemens VI en de Franse koning Filips VI, wist, nog net voor zijn dood, te bewerken dat Karel in 1346 werd gekozen tot Duits tegenkoning, waarbij hij de bijnaam Pfaffenkönig kreeg. Zijn vader sneuvelde in de Slag bij Crécy, waar ook hij niet ongeschonden van terugkeerde. Hij werd de volgende graaf van Luxemburg. In 1353 deed hij afstand van de titel graaf van Luxemburg ten gunste van zijn halfbroer Wenceslaus, die hij het jaar daarop tot hertog verhief. Hij erfde ook de titel van koning van Bohemen.
In 1355 werd hij gekozen tot koning van Italië en enkele maanden later tot Duits keizer. Na zijn kroning in 1355 door de paus mocht hij zich pas echt Rooms keizer noemen. Toch was hij daarvoor ook al keizer, omdat onder zijn voorganger, Lodewijk de Beier, bepaald was dat een door de keurvorsten verkozen kandidaat al vóór zijn kroning door de paus rechtmatig koning van het Duitse Rijk was. In 1356 vaardigde hij de beroemde Gouden Bul uit die de wijze van verkiezing van de keizer van het Heilige Roomse Rijk door de zeven Duitse keurvorsten vastlegde. Vanaf 1365 werd hij bovendien koning van Bourgondië, datum van zijn kroning in de kathedraal Saint-Trophime in Arles.
Door zijn eigen vier huwelijken en door die van zijn kinderen verstevigde hij de macht in die landen.
Karel IV bekommerde zich voornamelijk om de uitbreiding en de welvaart van zijn erflanden. Hij bevorderde in Bohemen en Moravië de Franse en Duitse cultuur:
- Hij stichtte in 1348 de Universiteit van Praag, doordat hij zich sterk aangesproken voelde om de 'kostbare kennis die door de woeste aanval van de verderf zaaiende Zwarte Dood in alle koninkrijken van de wereld was verstikt'.[1]
- Hij verleende bovendien de goedkeuring aan vijf andere universiteiten: Orange, Perugia, Siena, Pavia en Lucca.
- De oude burcht Hradcany (uit de negende eeuw) liet hij geheel verbouwen.
- Hij gaf de opdracht om de Sint-Vituskathedraal verder op te bouwen.
- Hij liet de Wenceslaskroon smeden.
- Hij vergrootte Praag aanzienlijk door de opdracht te geven voor de aanleg van de huidige Nieuwe Stad.
- Ook liet hij de Karelsbrug bouwen en vele andere bouwwerken.
- Hij schreef een autobiografie in eigen handschrift.
Huwelijken en kinderen
[bewerken | brontekst bewerken]Karel IV huwde vier keer:
- Blanca van Valois (1316-1348), dochter van hertog Karel van Valois (getrouwd 1329)
- Margaretha van Luxemburg (1335-1349), huwde in 1338 met koning Lodewijk I van Hongarije
- Catharina van Bohemen (1342-1395), huwde in 1357 met aartshertog Rudolf IV van Oostenrijk
- Anna van de Palts (1329-1353), dochter van paltsgraaf Rudolf II van de Palts (getrouwd 1349)
- Wenceslaus (1350-1351)
- Anna van Schweidnitz (1339-1362), dochter van hertog Hendrik II van Schweidnitz-Jauer (getrouwd 1353)
- Elisabeth van Bohemen (1358-1373), huwde in 1366 met Albrecht III van Oostenrijk (1348-1395)
- Wenceslaus, (1361-1419) Rooms-koning (1378-1400)
- Elisabeth van Pommeren (1348-1393), dochter van hertog Boguslaw V van Pommeren (getrouwd 1363)
- Anna van Bohemen (1366-1394), huwde in 1382 met koning Richard II van Engeland (1367-1400)
- Sigismund (1368-1437), Rooms-koning (1411-1437)
- Jan (1370-1396), hertog van Görlitz
- Karel (1372-1373)
- Margaretha (1373-1410), huwde in 1381 met burggraaf Jan van Nürnberg (1369-1420)
- Hendrik (1377–1378)
Kwartierstaat (voorouders)
[bewerken | brontekst bewerken] Hendrik VI van Luxemburg (1252-1288) | Beatrix van Avesnes (ca. 1240-1321) | Jan I van Brabant (1252-1294) | Margaretha van Dampierre (ca. 1251-1285) | Ottokar II van Bohemen (1232-1278) | Cunigonde van Slavonië (ca. 1245-1285) | Keizer Rudolf I (1218-1291) | Gertrude van Hohenberg (ca. 1225-1281) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Keizer Hendrik VII (1274-1313) | Margaretha van Brabant (1276-1311) | Wenceslaus II van Bohemen (1271-1305) | Judith van Habsburg (1271-1297) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan de Blinde (1296-1346) | Elisabeth I van Bohemen (1292-1330) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Margaretha van Luxemburg (1313-1341) | Bonne van Luxemburg (1315-1349) | Keizer Karel IV (1316-1378) | Přemysl Ottokar van Luxemburg (1318-1320) | Jan Hendrik van Luxemburg (1322-1375) | Anna van Luxemburg (1323-1338) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Externe link
[bewerken | brontekst bewerken]- ↑ Barbara Tuchman, J.C. Sliedrecht-Smit, S. de Vries (1983). De waanzinnige 14de eeuw. Elsevier, Amsterdam/Brussel, p.145. ISBN 90-10-04237-5.