Koevinkje

Koevinkje
Koevinkje
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Arthropoda (Geleedpotigen)
Klasse:Insecta (Insecten)
Orde:Lepidoptera (Vlinders)
Familie:Nymphalidae (Vossen, parelmoervlinders en weerschijnvlinders)
Onderfamilie:Satyrinae
Geslacht:Aphantopus
Soort
Aphantopus hyperantus
(Linnaeus, 1758)
Rups
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Koevinkje op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Insecten

Het koevinkje (Aphantopus hyperantus) is een vlinder uit de onderfamilie Satyrinae (zandoogjes en erebia's).

Het is een zeer donkere vlinder. Het mannetje is bijna zwart, het vrouwtje is lichter van kleur en daardoor zijn de oogvlekken bij haar beter te zien. Het duidelijkst zijn de oogvlekken waar te nemen aan de onderzijde van de vleugels.

Een vrij kleine vlinder (spanwijdte 30 – 42 mm) met ronde vleugels. De bovenzijde is donkerbruin met een gouden, zijdeachtige glans, de onderzijde is licht grijsbruin. De franjes langs de vleugelrand zijn wit. Zowel de voorvleugels als de achtervleugels hebben een wisselend aantal kleine, lichtbruingerande oogvlekken, maar verder geen markeringen. Deze vlekken zijn aan de onderzijde groter dan aan de bovenzijde van de vleugel. Bij de man ontbreken de oogvlekken meestal aan de bovenzijde. De rups (larve) is strogeel met een bruine rugstreep en een lichte, bruingerande zijstreep.[1]

Het koevinkje vliegt in weilanden en open plekken in het bos, ook in bermen en sloten. Koevinkjes vliegen voornamelijk in juni – juli en af en toe het einde van augustus. Hij vliegt relatief langzaam en laag en zakt vaak in de vegetatie als hij zich bedreigd voelt. De rups leeft van beemdgras en bosgierstgras.

Alleen de vrouwtjes drinken de nectar, de mannetjes vliegen rond, toch rusten ze om de paar meter. Tijdens zijn vluchten is hij zoek naar de pas uitgekomen vrouwtjes. De vrouwtjes brengen de meeste tijd door tussen grasstengels.[2]

Verspreiding en leefgebied

[bewerken | brontekst bewerken]

Het koevinkje komt in heel Europa voor en leeft op vochtige of ruige graslanden en grazige plekken met struiken of open plekken in bossen. De vlinder komt zeer vaak voor aan bosranden en braamstruiken.[3]

De soort is vaak te vinden bij akkerdistels, kale jonker, wilde marjolein, bergknautia en berenklauw, zijn de favoriete voedselplanten van de imago's. Ook planten van de valeriaanfamilie en de tijmfamilie zijn bij de koevinkjes erg in trek.

De rupsen leven op diverse grassoorten zoals witbol, smele, kropaar, zwenkgrassen.

[bewerken | brontekst bewerken]