Koninklijke Opera (Gent)

Dit artikel behandelt de Koninklijke Opera van Gent tot in 1981. Vanaf de fusie in 1981 zie Opera Ballet Vlaanderen.
De Vlaamse Opera te Gent

De Koninklijke Opera van Gent was de meer dan 100 jaar oude zelfstandige Gentse stadsopera tot aan haar fusie in 1981 met de Koninklijke Vlaamse Opera in Antwerpen. Beide stadsopera's gingen op in de organisatie Opera voor Vlaanderen, in 2014 omgedoopt tot Opera Ballet Vlaanderen.

In 1698 werd de schouwburg van de handboogschuttersgilde Sint-Sebastiaan aan de Kouter in Gent verbouwd en geschikt gemaakt voor operavoorstellingen. Het gebouw werd ingehuldigd met de opvoering van de opera Thésée van de Franse componist Jean-Baptiste Lully door de groep van Giovanni Paolo Bombarda en Pietro Antonio Fiocco, die in Brussel de Muntschouwburg oprichtten. In 1706 verkreeg Jean-Jacques Quesnot de La Chênée de vergunning om in deze Sint-Sebastiaanschouwburg te spelen. Hij noemde zich Intendant van den Coninck van Pruyssen ende eersten Directeur van de Opera en de Comedie, maar in 1708 wordt hij vervangen door Guillaume de Valentin. In het algemeen echter speelden in deze periode rondtrekkende groepen die elkaar van maand tot maand afwisselden en bleef het repertoire niet beperkt tot opera. Ook populairdere genres, dansers en acrobaten kwamen aan bod. Dit gebouw brandde af in 1715.

In 1737 werd de nieuwe Sint-Sebastiaansschouwburg gebouwd volgens de plannen van architect Bernard de Wilde om 100 jaar later plaats te maken voor het huidige operagebouw. Dit gebouw van het "Grand Théätre" werd voor operavoorstellingen tussen 1837-1840 in neoclassicistische stijl opgetrokken door de toenmalige Gentse stadsarchitect Louis Roelandt op de plek van de afgebroken Sint-Sebastiaanschouwburg. Later werd dit de Koninklijke Opera van Gent. In zijn ruim 175-jarig bestaan is het "Grand Théâtre" af en toe wat gewijzigd, opnieuw gedecoreerd en enkele keren verbouwd, maar desalniettemin is het een vrij gaaf gebleven voorbeeld van een typisch "Frans" theater uit de eerste helft van de 19e eeuw.

Directie
Oscar Roels 1914-1925 René Coens 1925-1940
Hendrik Caspeele 1940-1944 Vina Bovy 1947-1955
Constant Meillander [1] 1955-1961 Karel Locufier 1961-1972
Bart Lotigiers 1973-1978 Luigi Martelli 1978-1981
Dirigenten
Ambroise Fémy 1806-1809 Charles Hanssens 1811-1815
1820-1825
Charles Ots 1819-1820 Martin-Joseph Mengal 1825-1830
Charles Hanssens jr. 1840-1845 Hendrik Waelput 1877-1878
1882-1885
Oscar Roels 1893-1894
1917-1925
Paul Bastide 1912-1913
Maurice De Preter 1910-1914
1920-1956
Gerard Horens 1940-1950
Liane Soudan (koor) ~1955~1980 Luigi Martelli 1956-1960
Robert Ledent 1960-1969 Jef Nachtergaele 1969-1974
Amadé Németh 1960-1978 Herman Streulens 1969-1977
Ernest Maes 1978-1984 Silveer Van den Broeck (muziekdirecteur) 1979-1981
Regisseurs
Karel Locufier ~1956~1959