Resolutie 1575 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Resolutie 1575
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 22 november 2004
Nr. vergadering 5085
Code S/RES/1575
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Bosnische Burgeroorlog
Beslissing Autoriseerde de EUFOR-missie van de Europese Unie.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2004
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Algerije Algerije · Vlag van Angola Angola · Vlag van Benin Benin · Vlag van Brazilië Brazilië · Vlag van Chili Chili · Vlag van Spanje Spanje · Vlag van Duitsland Duitsland · Vlag van Pakistan Pakistan · Vlag van Filipijnen Filipijnen · Vlag van Roemenië Roemenië
Het EUFOR-gesp.
Het EUFOR-gesp.

Resolutie 1575 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties aangenomen op 22 november 2004. Ze autoriseerde de Europese EUFOR Althea-missie in Bosnië en Herzegovina voor een initiële periode van een jaar.

Zie Bosnische Burgeroorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In 1980 overleed de Joegoslavische leider Tito, die decennialang de bindende kracht was geweest tussen de zes deelstaten van het land. Na zijn dood kende het nationalisme een sterke opmars, en in 1991 verklaarden verschillende deelstaten zich onafhankelijk. Zo ook Bosnië en Herzegovina, waar in 1992 een burgeroorlog ontstond tussen de Bosniakken, Kroaten en Serviërs. Deze oorlog, waarbij etnische zuiveringen plaatsvonden, ging door tot in 1995 vrede werd gesloten. Hierop werd de NAVO-operatie IFOR gestuurd die de uitvoering ervan moest afdwingen. Die werd in 1996 vervangen door SFOR, die op zijn beurt in 2004 werd vervangen door de Europese operatie EUFOR Althea.

I (vredesakkoorden)

[bewerken | brontekst bewerken]

De partijen werden nogmaals herinnerd aan hun verplichtingen onder de akkoorden, waaronder het Akkoord van Dayton, en hun eigen verantwoordelijkheid voor de uitvoering van die akkoorden.

II (SFOR en EUFOR)

[bewerken | brontekst bewerken]

De NAVO had beslist de SFOR-macht in Bosnië en Herzegovina eind 2004 af te ronden, waarna er een EU-missie voor in de plaats zou komen. De lidstaten die hieraan deel gingen nemen werden geautoriseerd om die EUFOR-missie op te richten voor een initiële periode van twaalf maanden. Ze werden voorts geautoriseerd het nodige te doen om de naleving van de Annexen 1-A en 2 van het vredesakkoord af te dwingen en tevens al het nodige te doen om de uitvoering van de missie te verdedigen.

Verwante resoluties

[bewerken | brontekst bewerken]