Sinoconodon

Sinoconodon
Status: Uitgestorven
Fossiel voorkomen: Vroeg-Jura
Sinoconodon rigneyi
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Orde:Therapsida
Onderorde:Cynodontia (Cynodonten)
Infraorde:Eucynodontia
Geslacht
Sinoconodon
Patterson & Olson, 1961
Typesoort
Sinoconodon rigneyi Patterson & Olson, 1961
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Sinoconodon op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Sinoconodon is een geslacht van uitgestorven basale therapsiden uit de Mammaliamorpha of een vroeg zoogdier (afhankelijk van de systematiek) die gevonden is in het fossiele verleden van China in de Sinemurien-tijdsnede van het Vroeg-Jura, ongeveer 193 miljoen jaar geleden.[1] Hoewel het veel plesiomorfe kenmerken deelt met andere niet-zoogdierachtige cynodonten, bezat het een speciaal, secundair geëvolueerd kaakgewricht tussen het tandbeen en het staartbeen, dat bij meer afgeleide taxa het primitieve kaakgewricht tussen het gewrichtsbeen en het quadratum zou vervangen. De aanwezigheid van een dentarium-squamosaal gewricht is een eigenschap die historisch gebruikt werd om zoogdieren te definiëren.

Tijdens opgravingen in 1948 en 1949 vond de katholieke missionaris Edgar Oehler bij Dadi in Yunnan een voorste schedel met onderkaken. In 1961 werd de typesoort Sinoconodon rigneyi benoemd.[2] Het holotype is FMNH CUP 1.

Hoewel het dier nauw verwant is aan Morganucodon wordt het beschouwd als een van de meest basale van de Mammaliaformes. Het verschilde aanzienlijk van de meer zoogdierachtige Morganucodon in zijn tandheelkundige- en groeigewoonten. Het was net als de reptielen een polyfyodont en verving veel van zijn tanden gedurende de hele levensduur. Sinoconodon is dus minder op zoogdieren gelijkend dan vroege Mammalia zoals Docodonta en Morganucodonta.[3]

Dit dier had een schedel van 6 centimeter, wat duidt op een lichaamslengte van 25 centimeter en een gewicht van ongeveer 800 gram vanwege de vergelijkbare parameters met de Europese egel. Sinoconodon vertoonde veel gelijkenis met vroege zoogdiervormen zoals Morganucodon, maar het wordt beschouwd als meer basaal en verschilt wezenlijk van Morganucodon in zijn gebit en groeiwijze. Net als de meeste andere niet-zoogdierachtige tetrapoden, zoals reptielen en amfibieën, was hij polyfyodont, waarbij tijdens zijn leven veel van zijn tanden werden vernieuwd, en het schijnt dat hij langzaam maar onophoudelijk groeide tot aan zijn dood. Het was dus iets minder zoogdierachtig dan zoogdiervormen zoals morganucodonten en docodonten. De combinatie van kenmerken van basale tetrapoda en zoogdieren maakt het tot een uniek overgangsfossiel.

Sinoconodon werd in 1961 benoemd door Patterson en Olson. De typesoort is Sinoconodon rigneyi. Het dier werd toegewezen aan Triconodontidae door Patterson en Olson in 1961; aan Triconodonta door Jenkins en Crompton in 1979; aan Sinoconodontidae door Carroll in 1988; aan Mammaliamorpha door Wible in 1991; aan Mammalia door Luo en Wu in 1994; aan Mammalia door Kielan-Jaworowska et al. in 2004 en aan Mammaliaformes door Luo et al. in 2001 en Bi et al. in 2014.

Mammaliaformes 

 Adelobasileus




 Sinoconodon





 Morganucodon



 Megazostrodon





 Haramiyida





 Haldanodon



 Castorocauda





 Hadrocodium



 Mammalia