Vooruit (politieke partij)

Vooruit
Vooruit
Algemene gegevens
Partijvoorzitter Conner Rousseau
Ondervoorzitter Funda Oru
Politiek secretaris Gorik Van Holen
Actief in Vlag Vlaanderen Vlaanderen
Vlag Brussels Hoofdstedelijk Gewest Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Vlag België België
Hoofdkantoor Keizerslaan 13
1000 Brussel
Aantal leden 35.000 (2021)[1]
Mandaten
Europees Parlement
2 / 22
Senaat
4 / 60
Kamer
13 / 150
Vlaams Parlement
18 / 124
Brussels Parlement
2 / 89
Burgemeesters in Vlaamse gemeenten
18 / 300
Fractieleiders
Europees Parlement Bruno Tobback
Senaat Kris Verduyckt
Kamer Joris Vandenbroucke
Vlaams Parlement Thijs Verbeurgt
Brussels Parlement Pascal Smet
Ideologie en geschiedenis
Richting Centrumlinks
Ideologie Sociaaldemocratie
Voormalige namen 1885: BWP
1940: BSP
1980: SP
2001: sp.a
2021: Vooruit
Verwante organisaties
Jongeren­organisatie Jongsocialisten
Vrouwen­organisatie Zij-kant
Cultuur­organisatie Curieus
Internationale organisatie Progressieve Alliantie
Europese fractie S&D
Europese organisatie PES
Media
Website vooruit.org
Portaal  Portaalicoon   Politiek
België

Vooruit (voorheen Socialistische Partij (SP) en Socialistische Partij Anders (sp.a)) is een Vlaamse sociaaldemocratische politieke partij. Ze wordt beschouwd als een centrumlinkse bestuurspartij.[2] Sinds 18 juli 2024 wordt ze voorgezeten door Conner Rousseau, nadat hij opnieuw verkozen werd als voorzitter.

Vooruit stamt af van de Belgische Werkliedenpartij uit 1885. In 1978 splitste de Belgische Socialistische Partij zich op in twee zelfstandige partijen in Vlaanderen en Wallonië. In 1980 ging de Vlaamse partij verder als de Socialistische Partij (SP). SP werd in 2001 de sp.a (Socialistische Partij Anders) en heet sinds 2021 Vooruit. Naar stemmenaantal is het de vijfde partij van Vlaanderen (2019) en naar ledenaantal de vierde (2017).[3]

Ze is vertegenwoordigd in het Brussels, Vlaams, Federaal en Europees Parlement, zetelt in vijf provincieraden en komt op in ongeveer 270 van de 300 Vlaamse gemeenten. Sinds de lokale verkiezingen van 2018 zit ze in een derde van de gemeenten in het bestuur[4] en levert ze 13 van de 300 Vlaamse burgemeesters. Sinds 1 oktober 2020 vormt ze met zusterpartij PS en vijf andere partijen de federale regering-De Croo. Frank Vandenbroucke is vicepremier en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Caroline Gennez volgde Meryame Kitir op als minister van Ontwikkelingssamenwerking en Grootstedenbeleid. De partij en haar voorlopers hebben sinds 1911 vaak deelgenomen aan federale regeringen en bestuurden van 1988 tot 2014 onafgebroken mee op Vlaams niveau.

Voorgeschiedenis

[bewerken | brontekst bewerken]

De partij is de Vlaamse afstammeling van de Belgische Werkliedenpartij (BWP) die in 1885 werd gesticht. Voordien bestonden er in Vlaanderen andere, kortdurende socialistische partijen, zoals de Vlaamse Socialistische Arbeiderspartij en de Belgische Socialistische Arbeiderspartij. De BWP werd tijdens de Tweede Wereldoorlog de Belgische Socialistische Partij (BSP). In 1978 splitste de partij in de Parti Socialiste (PS) en een Vlaamse partij, die nog twee jaar BSP heette en in 1980 SP werd gedoopt.

1978–2001: Socialistische Partij

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1978 splitste de unitaire BSP-PSB zich in twee onafhankelijke partijen in Wallonië en Vlaanderen. Terwijl de Waalse vleugel de naam Parti Socialiste (PS) aan nam, bleef de Vlaamse vleugel de oude naam Belgische Socialistische Partij (BSP) voeren. Pas in 1980 liet de partij de "b" uit haar naam vallen en ging ze verder als Socialistische Partij (SP). Thema's als vrouwenemancipatie, milieu en hulp aan de derde wereld werden ook deel van het programma.

Achter partijkopstuk Karel Van Miert schaarde zich in het begin van de jaren tachtig een generatie zogenaamde 'jonge Turken', partijvernieuwers. Hun optreden in de oppositieperiode van 1981 tot 1987 bracht een andere manier van politiek bedrijven. Het Doorbraakmanifest werd onder hun invloed vergezeld van een interne partijvernieuwing: pragmatisch radicalisme en levenbeschouwelijke openheid en diversiteit werden statutair verankerd in de organisatie van de partij.

De SP had inmiddels een lange periode van besturen achter de rug als coalitiepartner van de ogenschijnlijk eeuwige regeringspartij CVP. België werd in die dagen een CVP-staat genoemd waarin corruptie, politieke benoemingen en cliëntelisme hoogtij vierden. In die hoedanigheid kwam de partij in 1995 in opspraak met de zaak rond smeergeld voor Agusta-helikopters, een zaak die de toenmalige NAVO-secretaris-generaal Willy Claes de kop kostte. Louis Tobback kon een kleine winst boeken met de campagne 'Uw sociale zekerheid' ondanks het Agustaschandaal. De SP deed een regeringsdeelname onder Dehaene II. De affaire Dutroux in 1996, gevolgd door de Witte Marsen zetten het land en de politiek op z'n kop. In 1998 werd Louis Tobback Minister van Binnenlandse Zaken en werd opgevolgd door Fred Erdman als voorzitter. In 1999 volgt de dioxinecrisis. Ook de SP leed er zwaar onder: vele politieke kopstukken moesten opstappen. Later ging men voorzitter Fred Erdman beschouwen als een overgangsfiguur. De electorale nederlaag in 1999 door de dioxinecrisis zorgde voor zijn vroegtijdig vertrek, hij werd opgevolgd door Patrick Janssens. In 1999 kwam er een paarsgroene federale regering.

In de jaren 2000 kwam de partij, door Frank Vandenbroucke, onder invloed van de Derde Weg, een soort middenweg tussen liberalisme en sociaaldemocratie. Die tendens ontstond bij Anthony Giddens, Tony Blair en het New Labour in het Verenigd Koninkrijk. In Duitsland noemde men deze beweging Neue Mitte (geassocieerd met Gerhard Schröder).

2001–2021: sp.a

[bewerken | brontekst bewerken]
Partijlogo van 2001 tot 2010

Patrick Janssens startte een vernieuwing en generatiewissel. De partijnaam werd in 2001 herdoopt tot Socialistische Partij Anders (sp.a) met als ondertitel Sociaal Progressief Alternatief. In 2003 werd Janssens burgemeester van Antwerpen en werd als voorzitter opgevolgd door de Limburger Steve Stevaert. Onder Steve Stevaert werkte de partij verder aan de vernieuwing en verbreding die door diens voorganger was ingezet, onder meer met een ideologische herbronning (Het Groot Onderhoud) en de samenwerking met het links-liberale Spirit.

De grootste zes Vlaamse partijen en hun behaalde resultaten voor de Kamer van volksvertegenwoordigers. Van 1978 tot en met 2014, uitgedrukt in procenten voor 'Het Rijk'.

De partij trok onder leiding van Johan Vande Lanotte naar de verkiezingen met de projectlijst. Deze moest ervoor zorgen dat er meer arbeiders in het parlement zouden komen. Uiteindelijk verliest de partij 9 zetels in de kamer. De partij kiest daarop voor de oppositiebanken. Als gevolg van de verkiezingsnederlaag in juni 2007 trekt Johan Vande Lanotte zich terug als partijvoorzitter. Caroline Gennez stelt zich samen met Dirk Van der Maelen kandidaat voor het voorzitterschap. Tegenkandidaat was Erik De Bruyn, die tijdens de campagne door Gennez een 'communist' genoemd werd - een incident dat breed uitgesmeerd werd in de pers. Op het partijcongres van 21 oktober worden Gennez en Van Der Maelen overtuigend verkozen. Tegen alle verwachtingen in kreeg echter ook De Bruyn de steun van heel wat partijafdelingen, waaronder de grootste sp.a-afdeling: Antwerpen. Erik De Bruyn en zijn running mate Elke Heirman behaalden 33,6 procent van de stemmen.[5] Aan deze nederlaag is een fors prijskaartje van 1,3 miljoen euro per jaar verbonden en ontslag van ongeveer 300 medewerkers. De wegvallende ministeriële afdrachten aan de partijkas moeten ook in mindering gebracht worden.[6]

Eind november 2008 werd het kartel met de VlaamsProgressieven (Vl.Pro.) opgezegd. Dit gebeurde na het ontslag van Bettina Geysen als voorzitter van Vl.Pro. en na het voorstel van Geert Lambert om met zijn partij een zelfstandige koers te varen. Vl.Pro.-oprichter Bert Anciaux dacht hier anders over: hij wilde bij de regionale en Europese verkiezingen van juni 2009 nog een laatste keer in kartel met de sp.a opkomen. Daarna moest er volgens hem worden gezocht naar een nieuwe formule. Dat kwam in de praktijk neer op een samensmelting van Vl.Pro met sp.a. Tijdens een partijraad van Vl.Pro. schaarde 68% zich echter achter het voorstel van Lambert. Daarmee had het progressief kartel sp.a/Vl.Pro formeel ophouden te bestaan. Daardoor trok toenmalig Vlaams minister Anciaux volledig de deur dicht met de VlaamsProgressieven. Hij begon daarop te onderhandelen met de sp.a tot een mogelijke aansluiting. Vrij snel werd duidelijk dat de socialisten hem niet zonder slag of stoot zouden aanvaarden. Vooral sp.a Rood vreesde dat de komst van Anciaux de partij enkel nog meer zou vervagen. Uiteindelijk stapte Anciaux midden januari 2009 toch over. Hij deed dat nadat de partij haar baseline wijzigde van Sociaal Progressief Alternatief naar Socialisten en Progressieven Anders. Voorzitter Caroline Gennez stelde voor om de partijnaam te veranderen in Socialisten en Progressieven Anders maar werd teruggefloten door enkele prominente partijleden.[7] Enkele zwaargewichten binnen de partij, waaronder Louis Tobback en Freddy Willockx, stelden dat dit niet kon zonder goedkeuring van een algemeen ledencongres. Het partijbureau kwam tot het compromis om enkel de baseline te veranderen.[8] Anciaux was trouwens niet de enige ex-Vl.Pro'er die de overstap maakte. Onder anderen Brussels parlementslid Fouad Ahidar, Stijn Bex, Joris Vandenbroucke en Jan Roegiers gingen hem vooraf. Het sp.a-partijbureau keurde tezelfdertijd ook een koepeltekst goed die de inleiding moest worden voor het verkiezingsprogramma van de Vlaamse socialisten, dat op 8 maart definitief zou worden vastgelegd op een algemeen ledencongres. In de tekst stond onder andere dat de partij openstond voor nieuwe progressieve kandidaten.

In de aanloop naar de regionale en Europese verkiezingen weigerde Caroline Gennez haar mandatarissen PVDA de nodige handtekeningen te verschaffen om deel te kunnen nemen.[9] sp.a werd in Vlaanderen bij de regionale verkiezingen van 7 juni 2009 de op twee na grootste partij met slechts 712 stemmen verschil met Vlaams Belang. De partij behaalt een resultaat van 15,27% (627.852 stemmen) en haalt 19 zetels binnen.[10] Formateur Kris Peeters vormde een coalitieregering met CD&V, N-VA en sp.a in juli 2009 waarbij de sp.a drie ministers leverde aan de Regering-Peeters II, met name Ingrid Lieten, Freya Van den Bossche en Pascal Smet. Bij de Federale verkiezingen 2010 werd ze de derde partij in Vlaanderen en samen met de PS de grootste politieke familie in het parlement. De partij verloor licht ten opzichte van de federale verkiezingen in 2007. In de kieskringen Antwerpen en Limburg ging elk één zetel verloren voor de Kamer. In West-Vlaanderen boekte ze één zetel winst en in de kieskring Leuven werd ze met lijsttrekker Bruno Tobback de tweede partij. Ze behaalde 14,6% (659.043 stemmen) en haalde daarmee dertien zetels binnen voor de Kamer. In de Senaat behield de partij haar zeven zetels met een resultaat van 15,31% (613.091 stemmen). (Geert Lambert werd onafhankelijke na de breuk van het kartel sp.a-Spirit. Daardoor had de partij slechts zes zetels voor de verkiezingen.) De sp.a kreeg 15.000 euro extra federale overheidstoelagen voor haar verkozenen in Kamer en Senaat wat het totaal op 3,01 miljoen euro bracht. Ze kreeg ook 4,4 meer personeelsleden dan voorheen, wat het totaal op 41,14 bracht.[11] De formatieonderhandelingen liepen moeizaam - ze waren de langstdurende formatie in de geschiedenis van België en duurde 541 dagen. De formatie werd uiteindelijk op 6 december 2011 afgerond met de eedaflegging van de regering-Di Rupo, waarin sp.a twee ministers (Johan Vandelanotte en Monica De Coninck) en één staatssecretaris (John Crombez) had.

In 2011 stelde Bruno Tobback zich kandidaat om ontslagnemend partijvoorzitster Gennez op te volgen als voorzitter van de sp.a. Hij was de enige kandidaat, en op 18 september 2011 hield zijn partij een congres in Nieuwpoort waarbij hij officieel verkozen werd met 96,6% van de stemmen. Joke Quintens werd hierbij verkozen tot ondervoorzitster van de partij.[12] De partij kondigt een ruk naar links aan[13] en richt in de schoot van de socialistische beweging de coöperatie Samen Sterker op. Deze coöperatieve heeft als doel door samenaankopen de prijzen te drukken. De bekendste producten zijn de samenaankopen van gas en elektriciteit, maar er is ook de mogelijkheid om de krachten te bundelen bij de aankoop van autoverzekeringen, isolatiemateriaal, elektrische fietsen, brandhout etc.[14]

Partijlogo van 2018 tot aan de naamsverandering in 2021

In de aanloop naar de moeder aller verkiezingen van 2014 was er een hevige linkse broederstrijd tussen sp.a, PVDA en Groen enerzijds[15][16][17][18] en een links-rechts-strijd tegen N-VA anderzijds waar te nemen.[19][20] Lijsttrekkers voor de Vlaamse verkiezingen waren John Crombez (West-Vlaanderen), Freya Van den Bossche (Oost-Vlaanderen), Caroline Gennez (Antwerpen), Ingrid Lieten (Limburg), Bruno Tobback (Vlaams-Brabant) en Yamila Idrissi (Brussel). Voor de federaal verkiezingen waren dit respectievelijk Johan Vande Lanotte (West-Vlaanderen), Karin Temmerman (Oost-Vlaanderen), Monica De Coninck (Antwerpen), Peter Vanvelthoven (Limburg) en Hans Bonte (Vlaams-Brabant), voor de Europese verkiezingen ten slotte was Kathleen Van Brempt lijsttrekster en voormalig federaal secretaris van het ABVV Eddy Van Lancker lijstduwer. De partij haalde voor de Kamerverkiezingen 14,2% (-0,8%) in Vlaanderen. Gezien over heel het land, haalde de partij 8,8%. De partij bleef hierdoor stabiel op 14 zetels. Bij de Vlaamse verkiezingen, die op dezelfde dag werden gehouden, strandde sp.a op 13,96% (-1,3%). Hierdoor verloor de sp.a in het Vlaams Parlement een zetel, waardoor ze er 18 overhielden, een laagterecord. Op beide niveaus was de partij daardoor de vierde Vlaamse partij, na N-VA, CD&V en Open Vld. Door de uitslag op Vlaams niveau kreeg de sp.a vier gemeenschapssenatoren en door de uitslag voor de Kamer één gecoöpteerd senator. Opvallend waren evenwel de regionale verschillen in de uitslagen, zo boekte de partij 2,5% winst (federale verkiezingen) in kieskring West-Vlaanderen, maar verloor ze 2,7% voor diezelfde verkiezingen in kieskring Antwerpen. Dezelfde tendens viel eveneens op bij de Vlaamse verkiezingen waar de partij 3,6% in kieskring Antwerpen en 2,6% in Vlaams-Brabant moest prijsgeven, maar in Brussel (+ 1,4%) en West-Vlaanderen (+2,2%) groeide. Kort nadat de verkiezingsuitslagen bekend werden, werden er door verschillende partijkopstukken vragen gesteld bij een langer verblijf van Tobback op de Grasmarkt. Zo werd onder andere Combrez genoemd als mogelijke opvolger. Tobback zelf probeerde de kritiek te blussen door te vergelijken met de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen 2012, toen sp.a strandde op 12,5 procent.[21] Op de partijcongres van 5 juni 2016 werden de partijstatuten vernieuwd. Een wijziging in de statuten is het cumulverbod. De partij maakt zich sterk dat burgemeesters en schepenen van grote gemeenten voortaan niet meer in het parlement mogen zetelen. Er is een uitzondering voor burgemeesters in gemeenten met minder dan 20.000 inwoners en voor schepenen en OCMW-voorzitters in gemeenten met minder dan 30.000 bewoners.[22] Toenmalig voorzitter John Crombez kreeg in 2019 een uitzondering op zijn eigen cumulverbod[23] net zoals huidig voorzitter Conner Rousseau dit kreeg in 2019.[24]

2021–heden: Vooruit

[bewerken | brontekst bewerken]
Kopstukken van Vooruit tijdens een klimaatdemonstratie op 10 oktober 2021

Toen Conner Rousseau voorzitter werd in 2019, begon een vernieuwingsoperatie binnen de partij. De interne organisatie werd gewijzigd. Op 9 september 2020 kondigde Rousseau een nieuwe naam aan: Vooruit.[25][26] De naamswijziging werd doorgevoerd op 21 maart 2021.[27] Vooruit noemt zichzelf geen partij, maar een "socialistische beweging". Op de naam Vooruit kwam kritiek van lokale partijen met dezelfde naam.[28] Ook Kunstencentrum Vooruit in Gent was niet blij.[29] De Vlaamse kunstinstelling veranderde zijn naam naar Kunstencentrum VIERNULVIER in mei 2022.

Op het partijcongres van 3 december 2022 werd het cumulverbod dat in 2016 werd gestemd, alweer versoepeld.[30]

Vooruit is een centrumlinkse partij. Gemeten aan de hand van kiesprogramma's is Vooruit ongeveer even links als Groen en beduidend linkser dan CD&V en Open Vld, maar minder links dan PVDA. Vooruit, Groen en PVDA zijn ongeveer even progressief op socio-culturele thema's. Zoals bij andere partijen in België, is Vooruit over het algemeen ietwat minder links en progressief dan haar Franstalige zusterpartij.[31]

Gelijke kansen en solidariteit, het basisidee van het socialisme, staan voor de partij centraal. De partij streeft ernaar dat degenen die het meest verdienen of het grootste vermogen bezitten, ook de hoogste belastingen betalen, zodat de overheid kan voorzien in de behoeften van mensen die het minder breed hebben. Vooruit richt zich op het beschermen van de koopkracht van de gewone burger door maatregelen te nemen bij grote vermogens. Ze verzet zich tegen bezuinigingen op sociale zekerheid en pleit voor investeringen, vooral in onderwijs en gezondheidszorg.[32]

Op verzoek van VRT NWS verwoordt Vooruit in 2024 haar drie belangrijkste standpunten als volgt:[32]

  • Meer koopkracht voor wie werkt.
  • Betaalbare en kwaliteitsvolle gezondheidszorg voor iedereen.
  • Investeren in de eerste levensjaren van jongeren met betaalbare kinderopvang en een leerkracht voor de klas.

In de spreektaal en de media wordt de partij aangeduid met "de socialisten", soms met "de sociaaldemocraten". In Europese verzorgingsstaten wordt sociaaldemocratie traditioneel gelijkgesteld met socialisme, hoewel het socialisme ook andere strekkingen kent.

Vooruit is de Vlaamse erfgenaam van de Belgische Werkliedenpartij (BWP), die in 1885 werd opgericht. De partij en haar voorlopers hanteren sinds het begin een sociaaldemocratische analyse en strategie. Hoewel de BWP streefde naar een socialistische samenleving,[33] hing ze van in het begin een reformistisch, niet-revolutionair socialisme aan, dat verandering wilde teweegbrengen door middel van verkiezingen en het parlement.[34] Tussen 1875 en 1899 werden er in heel Europa sociaaldemocratische partijen opgericht met diezelfde politieke analyse.[35] Het Charter van Quaregnon uit 1894 was een belangrijke neerslag van de ideologie van de partij.[36]

In de jaren 1930 wisselde de partij onder Hendrik de Man haar droom voor een socialistische samenleving in voor een gemengde economie, en niet enkel ten dienste van de arbeidersklasse maar het hele volk.[37][38] Politicologen duiden deze stroming binnen de sociaaldemocratie aan als neosocialisme. Hoewel na de Man, die had gecollaboreerd met de nazi's, een nieuwe generatie leiders opstond binnen de Belgische Socialistische Partij (BSP), bouwden ze verder op het neosocialisme en kozen ze voor klassencollaboratie en corporatisme.[39] In de economisch voorspoedige eerste decennia na de Tweede Wereldoorlog bouwde de partij mee aan de verzorgingsstaat.[40]

Vanaf de jaren 60 verschoof de ideologie op verschillende vlakken. De tot dan unitaire partij raakte stapsgewijs, en finaal in 1978, verdeeld in een Vlaamse en Franstalige partij.[41] In Vlaanderen werd aanknoping gezocht bij de nieuwe thema's van de tegencultuur van de jaren 1960, zoals milieu en vrouwenrechten, en ontwikkelde de partij een socio-economisch beleid dat niet volledig afhankelijk was van economische groei.[42] Vanaf de jaren 70 maakte het neoliberalisme opmars, en ook de sociaaldemocraten werden erdoor beïnvloed. Men spreekt van de derde weg. In de jaren 90 voerden socialistische ministers neoliberaal besparingsbeleid uit.[43][44][45][46][47] Tegelijkertijd nam de partij in bepaalde thema's een 'flinkse' positie in; ze legde meer nadruk op individuele responsabilisering en verrechtste op 'culturele' thema's zoals vreemdelingenbeleid.[48][49] In de 21e eeuw zwoer de partij het neoliberalisme af.[50] Tot slot vormde sp.a tussen 2002 en 2008 een kartel met Spirit, waarna een aantal links-liberale politici de overstap maakten naar de sociaaldemocraten.

Sinds 2019, toen voorzitter Conner Rousseau aantrad, positioneert de partij zich nog altijd als sociaal-economisch centrumlinks, maar schuift ze op de sociaal-culturele as op naar rechts, meer richting centrum. Daarmee gaat ze de concurrentie aan met het Vlaams Belang, die uitgesproken sociaal-cultureel rechts is, maar op sociaal-economische thema's is opgeschoven naar het centrum.[51] Volgens een analyse van VRT NWS schoof Vooruit tussen 2019 en 2024 duidelijk op naar rechts als het gaat over thema’s zoals migratie, identiteit en criminaliteit, het meest van alle partijen.[52][53] De beweging naar rechts van Vooruit wordt in verband gebracht met Mark Elchardus en wordt in de media het 'Deense model' genoemd, naar de Deense regeringspartij Socialdemokraterne, die over migratie rechtse posities inneemt.[54] Naast sociaaldemocratisch wordt het partijprogramma onder voorzitter Rousseau door sommigen omschreven als sociaal-liberaal,[47][55][56] populistisch,[57][58][59] neosocialistisch[60] of flinks.[61][62][63][64][65]

Internationaal

[bewerken | brontekst bewerken]

Internationaal associeert de partij zich met andere centrumlinkse, sociaaldemocratische partijen in de Europese partij PES en de fractie S&D en met progressieven wereldwijd in de Progressive Alliance. Vooruit is sinds 2017 geen lid meer van de Socialistische Internationale.[66]

Sinds 18 juli 2024 is Conner Rousseau voorzitter. Rousseau werd herverkozen bij de voorzittersverkiezingen in 2024.
Voorzitter Periode Opmerkingen Ondervoorzitter
Karel Van Miert 26 november 1978 – 14 januari 1989 Herkozen op 9 maart 1980, 8 mei 1982, 18 november 1984 en 15 maart 1987.
Frank Vandenbroucke 14 januari 1989 – 9 oktober 1994 Verkozen op 14 januari 1989. Herkozen op 20 april 1991 en 17 april 1993.
Louis Tobback 9 oktober 1994 – 24 april 1998 Waarnemend voorzitter tot 29 januari 1995. Officieel verkozen op 29 januari 1995, herkozen op 14 december 1997.
Fred Erdman 24 april 1998 – 16 oktober 1999 Waarnemend voorzitter tot 10 oktober 1998. Officieel verkozen op 10 oktober 1998.
Patrick Janssens 16 oktober 1999 – 29 maart 2003 Verkozen op 16 oktober 1999. Herkozen op 13 oktober 2001.
Steve Stevaert 29 maart 2003 – 25 mei 2005 Interim-voorzitter tot 11 oktober 2003. Officieel verkozen op 11 oktober 2003. Caroline Gennez (vanaf 11 oktober 2003)
Caroline Gennez 25 mei 2005 – 15 oktober 2005 Waarnemend voorzitter.
Johan Vande Lanotte 15 oktober 2005 – 21 oktober 2007 Verkozen op 15 oktober 2005. Caroline Gennez
Caroline Gennez 21 oktober 2007 – 18 september 2011 Verkozen op 21 oktober 2007. Dirk Van der Maelen
Bruno Tobback 18 september 2011 – 13 juni 2015 Verkozen op 18 september 2011. Joke Quintens
John Crombez 13 juni 2015 – 8 november 2019 Verkozen op 13 juni 2015. Stephanie Van Houtven
Conner Rousseau 8 november 2019 – 17 november 2023 Verkozen op 8 november 2019. Herkozen op 4 juni 2023. Funda Oru
Melissa Depraetere 18 november 2023 - 18 juli 2024 Interim-voorzitter Funda Oru
Conner Rousseau 18 juli 2024 - heden Verkozen op 18 juli 2024 Funda Oru

Partijleiding

[bewerken | brontekst bewerken]
Partijleiding[67]
Functie Wie Opmerking
Voorzitter Conner Rousseau herkozen in juli 2024
Ondervoorzitter Funda Oru verkozen termijn van 4 jaar (november 2019)
Partijbureau voorzitter, ondervoorzitter, nationaal secretaris,
adjunct-nationaal secretaris(sen), 16 verkozen leden
komt wekelijks samen
Studiedienst Inti Ghysels
Politiek directeur Gorik Van Holen
Directeur Ambassadeurs Louie Van Rijsselberge
Congres alle Vooruit-leden komt jaarlijks samen in oktober
Raad van voorzitters en secretarissen alle voorzitters en secretarissen komt tweejaarlijks samen

Politieke mandaten

[bewerken | brontekst bewerken]
Socialisten in de Kamer (1919–heden, uitgedrukt in zetels)[68]
70
68
78
70
73
70
64
69
66
77
86
84
84
64
59
61
59
62
58
61
35
26
67
35
32
72
40
32
63
35
28
41
21
20
33
19
14
48
25
23
34
20
14
39
26
13
36
23
13
29
20
09
29
16
13
19 21 25 29 32 36 39 46 49 50 54 58 61 65 68 71 74 77 78 81 85 87 91 95 99 03 07 10 14 19 24
  • '19-'21: 186 zetels / '25-'32: 187 zetels / '36-'46: 202 zetels / '49-'91: 212 zetels / '95-'19: 150 zetels
  • BWP (1919-1939) - BSP (1946-1978)
  • SP (1981-1999) / sp.a-spirit (2002-2008) / sp.a (2008-2021) / Vooruit (2021-heden)
  • Parti Socialiste (1981 - heden)

Federale regeringsdeelnames

[bewerken | brontekst bewerken]
Regering Premier Partijen Van Tot Ministers en staatssecretarissen
Vóór 1978: zie regeringsdeelnames BWP en BSP
Martens I Wilfried Martens CVP/PSC
BSP/PS
FDF
3 april 1979 23 januari 1980 Willy Claes
Marc Galle
Jef Ramaekers
Willy Calewaert
Roger De Wulf
Lydia De Pauw
Martens II Wilfried Martens CVP/PSC
SP/PS
23 januari 1980 18 mei 1980 Willy Claes
Marc Galle
Jef Ramaekers
Willy Calewaert
Roger De Wulf
Lydia De Pauw
Martens III Wilfried Martens CVP/PSC
SP/PS
PVV/PRL
18 mei 1980 22 oktober 1980 Willy Claes
Marc Galle
Willy Calewaert
Roger De Wulf
Freddy Willockx
Martens IV Wilfried Martens CVP/PSC
SP/PS
22 oktober 1980 6 april 1981 Willy Claes
Marc Galle
Willy Calewaert
Freddy Willockx
Roger De Wulf
Lydia De Pauw
M. Eyskens I Mark Eyskens CVP/PSC
SP/PS
6 april 1981 17 december 1981 Willy Claes
Marc Galle
Willy Calewaert
Freddy Willockx
Roger De Wulf
Lydia De Pauw
Martens VIII Wilfried Martens CVP/PSC
SP/PS
VU
9 mei 1988 29 september 1991 Willy Claes
Louis Tobback
Freddy Willockx (1988–1989)
Marcel Colla (1989–1991)
Norbert De Batselier (1988)
Luc Van den Bossche (1988)
Pierre Chevalier (1988–1990)
Erik Derycke (1990–1991)
Leona Detiège
Martens IX Wilfried Martens CVP/PSC
SP/PS
29 september 1991 7 maart 1992 Willy Claes
Louis Tobback
Erik Derycke
Marcel Colla
Leona Detiège
Dehaene I Jean-Luc Dehaene CVP/PSC
SP/PS
7 maart 1992 23 juni 1995 Willy Claes (1992–1994)
Frank Vandenbroucke (1994–1995)
Erik Derycke
Louis Tobback (1992–1994)
Johan Vande Lanotte (1994–1995)
Freddy Willockx (1992–1994)
Marcel Colla (1994–1995)
Dehaene II Jean-Luc Dehaene CVP/PSC
SP/PS
23 juni 1995 12 juli 1999 Johan Vande Lanotte (1995–1998)
Louis Tobback (1998)
Luc Van den Bossche (1998–1999)
Erik Derycke
Jan Peeters
Marcel Colla
Verhofstadt I Guy Verhofstadt VLD/PRL-FDF-MCC
sp.a/PS
Agalev/Ecolo
12 juli 1999 11 juli 2003 Johan Vande Lanotte
Luc Van den Bossche
Frank Vandenbroucke
Verhofstadt II Guy Verhofstadt VLD/MR
sp.a-Spirit/PS
11 juli 2003 21 december 2007 Johan Vande Lanotte (2003–2005)
Freya Van den Bossche
Bruno Tobback (2004–2007)
Renaat Landuyt (2004–2007)
Peter Vanvelthoven
Frank Vandenbroucke (2003–2004)
Anissa Temsamani (2003)
Kathleen Van Brempt (2003–2004)
Bruno Tuybens (2005–2007)
Di Rupo I Elio Di Rupo Open Vld/MR
sp.a/PS
CD&V/cdH
6 december 2011 11 oktober 2014 Johan Vande Lanotte
Monica De Coninck
John Crombez
De Croo Alexander De Croo Open Vld/MR
Vooruit/PS
Ecolo/Groen
CD&V
1 oktober 2020 Frank Vandenbroucke
Meryame Kitir (2020–2022)
Caroline Gennez (2022–heden)

Vlaamse regeringsdeelnames

[bewerken | brontekst bewerken]
Regering Minister-president Partijen Periode Ministers
Regering-Geens I Gaston Geens CVP
SP
PVV
VU
19811985 Marc Galle
Roger De Wulf
Regering-Geens IV Gaston Geens CVP
SP
PVV
VU
19881992 Norbert De Batselier
Roger De Wulf
Luc Van den Bossche
Regering-Van den Brande I Luc Van den Brande CVP
SP
1992 Norbert De Batselier
Luc Van den Bossche
Leona Detiège
Regering-Van den Brande II Luc Van den Brande CVP
SP
VU
1992 Norbert De Batselier
Luc Van den Bossche
Leona Detiège
Regering-Van den Brande III Luc Van den Brande CVP
SP
VU
19921995 Norbert De Batselier (1992–1995)
Luc Van den Bossche
Leona Detiège (1992–1995)
Leo Peeters (1995)
Regering-Van den Brande IV Luc Van den Brande CVP
SP
19951999 Luc Van den Bossche (1995–1998)
Steve Stevaert (1998–1999)
Leo Peeters
Eddy Baldewijns
Anne Van Asbroeck (1995–1997)
Regering-Dewael Patrick Dewael VLD
sp.a
Agalev
VU
19992003 Steve Stevaert
Renaat Landuyt
Gilbert Bossuyt (2003)
Regering-Somers Bart Somers VLD
sp.a
Groen!
Spirit
20032004 Renaat Landuyt
Gilbert Bossuyt
Regering-Leterme Yves Leterme CD&V-N-VA
sp.a-Spirit
VLD-Vivant
2004-2007 Frank Vandenbroucke
Kathleen Van Brempt
CD&V-N-VA
sp.a-Spirit
Open Vld
Regering-Peeters I Kris Peeters CD&V-N-VA
sp.a-Spirit
Open Vld
20072009 Frank Vandenbroucke
Kathleen Van Brempt
Bert Anciaux (tot 2008 voor Spirit)
CD&V
sp.a
Spirit
Open Vld
CD&V
sp.a
Open Vld
Regering-Peeters II Kris Peeters CD&V
sp.a
N-VA
20092014 Ingrid Lieten
Freya Van den Bossche
Pascal Smet

Na de verkiezingen voor de Kamer van volksvertegenwoordigers op 26 mei 2019 is de formatie van een nieuwe federale regering van start gegaan. Op 1 oktober 2020 werd hieruit de regering-De Croo gevormd, waaraan Vooruit deelneemt.

Federale regering De Croo
Functie Naam Bevoegdheid
Vicepremier Frank Vandenbroucke Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Ontwikkelingssamenwerking en Grootstedenbeleid

Na de Vlaamse verkiezingen op 9 juni 2024 is de formatie van een nieuwe Vlaamse regering van start gegaan. Op 30 september 2024 werd hieruit de regering-Diependaele gevormd, waaraan Vooruit deelneemt.

Vlaamse regering Diependaele
Functie Naam Bevoegdheid
Viceminister-president Melissa Depraetere Wonen, Energie en Klimaat, Toerisme en Jeugd
Minister Caroline Gennez Welzijn, Armoedebestrijding, Cultuur en Gelijke Kansen

Na de verkiezingen voor het Brussels Hoofdstedelijk Parlement op 26 mei 2019 is de formatie van een nieuwe Brusselse regering van start gegaan. Op 18 juli 2019 werd hieruit de regering-Vervoort III gevormd, waaraan Vooruit (in Brussel verkozen als One.Brussels-sp.a) deelneemt.

Brusselse regering Vervoort III
Functie Naam Bevoegdheid
Staatssecretaris Ans Persoons Stedenbouw, Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel, Brandbestrijding en Medische Hulp

Provinciaal en lokaal niveau

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Belgische lokale verkiezingen 2018 voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Vlaamse Provincieraden
Provincie Percentage Stemmen Zetelverdeling
Antwerpen (provincie) Antwerpen 8,0% 90.521
2 / 36
Limburg (Belgische provincie) Limburg 15,4% 85.010
5 / 31
Oost-Vlaanderen Oost-Vlaanderen 9,7% 95.751
3 / 36
Vlaams-Brabant Vlaams-Brabant 9,0% 63.688
3 / 36
West-Vlaanderen West-Vlaanderen 12,4% 99.243
5 / 36
Gedeputeerden
[bewerken | brontekst bewerken]
Burgemeesters
[bewerken | brontekst bewerken]
Commons heeft media­bestanden in de categorie Vooruit (party).