Standard Oil
Standard Oil Company was een oliemaatschappij tussen 1870 en 1911. John D. Rockefeller bouwde het bedrijf uit tot een van de eerste multinationals. In 1911 werd het opgedeeld in 34 bedrijven.
Geschiedenis
[bewerken | brontekst bewerken]Nadat Edwin Drake op 28 augustus 1859 de eerste olieraffinaderij opstartte in het westen van Pennsylvania, werd het nabijgelegen Cleveland (Ohio) het middelpunt van deze nieuwe industrie. In die stad stichtten John D. Rockefeller met zijn broer William Rockefeller, Samuel Andrews, Henry M. Flagler, Stephen V. Harkness en O.B. Jennings met een kapitaal van een miljoen dollar op 10 januari 1870 een vennootschap onder de naam Standard Oil Company.
In 1872 wist Standard Oil door later omstreden tactische maatregelen alle concurrentie in Cleveland en later in het noordoosten van de Verenigde Staten uit te schakelen. Om wetten te omzeilen die het doel hadden om de macht van grote bedrijven te beperken, werd Standard Oil georganiseerd als een groep bedrijven die op papier zelfstandig waren, maar waarvan het bestuur werd overgedragen aan een trust, een groep die de bedrijven bestuurde ten gunste van de aandeelhouders van de betrokken bedrijven. Deze organisatievorm werd later overgenomen door andere grote bedrijven in Amerika.
In 1897 trok John Rockefeller zich terug uit de Standard Oil Company of New Jersey, de holding company van de groep, maar bleef een belangrijke aandeelhouder. Aan het einde van de 19e eeuw probeerde de Amerikaanse regering de ontwikkeling van deze trusts tegen te gaan om de concurrentie tussen bedrijven te bevorderen, en de consumenten te beschermen. Dit leidde tot het aannemen van verscheidene antitrustwetten.
In 1909 spande het United States Department of Justice een gerechtelijk proces aan onder de Federale antitrustwet bij het federale Hooggerechtshof. Dat oordeelde dat Standard Oil een onwettig monopolie was, waarna het in 1911 in 34 bedrijven werd opgedeeld. Bij die ontmanteling had Rockefeller een kwart van alle aandelen van de nieuwe bedrijven in bezit. Deze verdubbelden al snel in waarde waardoor hij de rijkste man ter wereld werd. De opgesplitste onderdelen van Standard Oil zijn nog steeds wereldspelers op vlak van aardolie. Sommige takken zijn door fusies en overnames later weer samengevoegd. Voorbeelden zijn ExxonMobil, ConocoPhillips en Chevron Corporation. Andere onderdelen zijn terechtgekomen bij British Petroleum en Royal Dutch Shell.