Tere hartschelp

Tere hartschelp
Tere hartschelp
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Onderrijk:Metazoa
Stam:Mollusca (Weekdieren)
Klasse:Bivalvia (Tweekleppigen)
Orde:Cardiida
Familie:Cardiidae (Hartschelpen)
Geslacht:Acanthocardia
Soort
Acanthocardia paucicostata
(Sowerby, 1839)
Originele combinatie
Cardium paucicostatum
Synoniemen
Lijst
  • Acanthocardia (Sphaerocardium) ciliaris (Linnaeus, 1758)
  • Acanthocardia (Sphaerocardium) ciliaris milaschewitschi Kafanov, 1980
  • Cardium paucicostatum var. alba Bucquoy, Dautzenberg & Dollfus, 1892
  • Cardium paucicostatum var. impedita Milaschewitsch, 1909
  • Cardium paucicostatum var. pallida Bucquoy, Dautzenberg & Dollfus, 1892
  • Cardium paucicostatum var. producta Bucquoy, Dautzenberg & Dollfus, 1892
  • Cardium aculeatum var. perrugosa Fontannes, 1882
  • Cardium paucicostatum var. rotundicosta Sacco, 1899
  • Cardium laticostatum Mayer-Eymar, 1898
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
(en) World Register of Marine Species
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De Tere hartschelp (Acanthocardia paucicostata) is een in zee levende tweekleppige weekdiersoort uit de familie van de Cardiidae (onderfamilie Lymnocardiinae).

Schelpkenmerken

[bewerken | brontekst bewerken]

De Tere hartschelp bezit een relatief dunschalige, bijna ronde iets scheefovale schelp. Vanuit de top lopen tot maximaal 18 radiaire ribben. De ruimten tussen de ribben zijn bijna even breed als de ribben zelf. Vooral tussen maar ook wel zichtbaar op de ribben is een sculptuur van fijne maar scherp afgetekende concentrische dwarslijntjes aanwezig. Op het midden van de ribben loopt een verhoogde richel waarin op regelmatige afstand korte dorens staan. Deze stekels zijn bij de voorrand langer. De ribben hebben een driehoekige dwarsdoorsnede. De groeven aan de binnenkant van de schelp (de holle ribben) zijn duidelijk zichtbaar en lopen door tot bijna onder de top.

Acanthocardia paucicostata heeft een heterodont slot: in de linkerklep 2 en in de rechterklep 1 cardinale tand en 2 laterale tanden in beide kleppen. Het slot is in zijn geheel minder robuust als bij de verwante Acanthocardia soorten.

De schelp is geelbruin van kleur en heeft vaak donkerbruine banden. De binnenzijde is wit, porseleinachtig glanzend. Het periostracum is groenbruin en is bij vers materiaal vooral aanwezig tussen de ribben. Strandmateriaal is vaak bruin of blauw verkleurd.

Rechter en linker klep van hetzelfde exemplaar:

Afmetingen van de schelp

[bewerken | brontekst bewerken]
  • lengte: tot 50 millimeter (meestal kleiner)
  • hoogte: tot 45 millimeter (meestal kleiner)

De dieren leven ingegraven in een zand- of modderbodem, uitsluitend sublitoraal. Ze komen voor vanaf de laagste laagwaterlijn tot enkele tientallen meters waterdiepte. De soort behoort tot de infauna en filtert het voedsel uit het zeewater.

Dit is een Zuidelijke soort die tot voor kort niet in de Noordzee leefde. Sinds de jaren 1990 wordt zij levend in de Grevelingen aangetroffen.[1]

Fossiel voorkomen

[bewerken | brontekst bewerken]

Acanthocardia paucicostata is in het Noordzeebekken alleen uit het Eemien bekend. Exemplaren die (zeldzaam) op het Noordzeestrand aanspoelen hebben alle deze ouderdom.


Meer afbeeldingen

[bewerken | brontekst bewerken]