Traanbuis
| Traanbuis | ||||
|---|---|---|---|---|
| Ductus nasilacrimalis | ||||
 | ||||
Traanbuis (naso-lacrimal duct) | ||||
| Synoniemen | ||||
| Latijn | ductus nasolacrimalis[1] | |||
| Nederlands | neustraankanaal[3][4] | |||
| Naslagwerken | ||||
| TA2 | {{{TA2}}} | |||
| ||||
De traanbuis[3] of ductus nasilacrimalis[5] is het lichaamsonderdeel dat zorgt voor de afvoer van het door de traanklier te veel geproduceerde traanvocht. De overmaat aan vloeistof wordt afgevoerd door de traanpunten op het onderste ooglid en komt via de traankanaaltjes terecht in de traanzak en wordt vandaar door de traanbuis verder afgevoerd naar het neusslijmvlies.
De traanbuis kan ook verstopt raken, waarna na röntgenonderzoek de traanbuis weer moet worden opgerekt voor een goede doorvoer van het traanvocht.
Literatuurverwijzingen
- ↑ Federative Committee on Anatomical Terminology (FCAT) (1998). Terminologia Anatomica. Stuttgart: Thieme
- ↑ a b Bock, C.E. & Pool, P.H. (1842). Hand-atlas der ontleedkunde van den mensch, benevens een tabelsgewijs handboek der ontleedkunde. Amsterdam: Hendrik Frijlink.
- ↑ a b Bastiaanssen, C.A. & Jochems, A.A.F. (1998). Anatomie en fysiologie (4e druk). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.
- ↑ Everdingen, J.J.E. van, Eerenbeemt, A.M.M. van den (2012). Pinkhof Geneeskundig woordenboek (12e druk). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.
- ↑ Triepel, H. (1910). Nomina Anatomica. Mit Unterstützung von Fachphilologen. Wiesbaden: Verlag J.F. Bergmann.