Spelling 2003 voor de Limburgse dialecten

De Spelling 2003 voor de Limburgse dialecten[1], ook wel Veldekespelling, is een spelling voor de Limburgse dialecten die ontwikkeld is door de Vereniging Veldeke. Het doel van de spelling is dat dezelfde klank in elk dialect hetzelfde geschreven kan worden.

De eerste Veldekespelling werd in 1928 gepubliceerd, waarna in 1952, 1983 en 2000 aanpassingen van dit spellingsysteem plaatsvonden.[2] Dit spellingsysteem geniet geen officiële status, maar wordt wel als "officieel gepromoot" aangeduid wegens het gebruik van deze spelling binnen de Raod veur 't Limburgs en Vereniging Veldeke.[1][3] De Veldekespelling wordt o.a. gehanteerd bij tweetalige plaatsnaamborden[4] in Nederlands Limburg. De meest recente versie van de spelling dateert uit 2003. De spelling van 2003 is grotendeels gebaseerd op die van Notten en werd samengesteld door Pierre Bakkes, Jan Notten, Herman Cromvoets en Frans Zuug.

Klankinventaris

[bewerken | brontekst bewerken]

Korte klinkers

[bewerken | brontekst bewerken]
klank voorbeeld uitspraak IPA
a kat als in het Ndl. /ɑ/
e bel tussen Ndl. a en e /æ/
e de sjwa /ə/
è sjtèl tussen Ndl. e en i /ε/
i hin ("kip") als in het Ndl. /ı/
o kop als in het Ndl. /ɔ/
ó sjtóp ("stoep") geronde en meer gesloten o /o/
ö dörp als de oe in het Fr. oeuf /œ/
u un ("ui") als in het Ndl. /ʏ/

Lange klinkers

[bewerken | brontekst bewerken]
klank voorbeeld uitspraak IPA
a(a) aaf ("af") als in het Ndl. /a:/
ae gaere ("graag") tussen aa in paar en ai in fair in /æ:/
ao maon ("maan") benadert de oo uit oor /ɒ:, ɔ:/
äö sjäöp ("schapen") als de oe uit het Fr. soeur (lange ö) /œ:/
ee leef ("lief") Ndl. ee zonder naslag /e:/
èè/ei trèèn ("trein")* als de è uit het Fr. mère /ε:/
eu geut ("goot") Ndl. eu zonder naslag /ø:/
ie wies ("wijs") als in het Ndl.; dikwijls langer /i(:)/
oe hoes ("huis") als in het Ndl.; dikwijls langer /u(:)/
o(o) good ("goed") Ndl. oo zonder naslag /o:/
uu kruus ("kruis") als in het Ndl.; dikwijls langer /y(:)/

*: De klank èè komt maar beperkt voor (komt in Maastricht relatief gezien vaker voor, en wordt daar geschreven als "ei"), als dialectische variant op ei/ij.

NB: Veel van deze tweeklanken komen slechts in een beperkt aantal dialecten voor; sommige sluiten elkaar uit (dat wil zeggen: komt de ene tweeklank voor, dan kan de andere, daarop lijkende klank niet optreden). Dit is het geval met de ieë, en , met de oeë, oa en wa en met de , en .

Ook valse diftongen (als aw en ej) zijn opgenomen.

klank voorbeeld uitspraak IPA voorkomen
aaj vlaaj ("vlaai") aa met j [a:j]? vrij algemeen
aoë raoëd ("raad") ao met naslag [ɒ:ə]? Midden-Heuvelland
äöj dräöj ("draden") äö met j [œ:i]? vrij algemeen in NL-Limburg
au paus als in het Ndl. [ɑu]? algemeen
aw klaw ("klauw") a met halfvocaal w [ɑw]? vrij algemeen
ei, ij bein ("been") als in het Nederlands [εi]? algemeen
eie beier ("bier") vloeiende overgang ei naar sjwa [εiə]? Sittards
ej hej ("had", conj.) e met j [æj]? vrij algemeen
ew vewke ("vouwtje") e met halfvocaal w [æw, εw]? vrij algemeen, maar niet frequent
ieë Wieërt ("Weert") ie met naslag [i:ə]? Midden-Limburg en Parkstad Limburg e.o. (NL-Limburg)
hièr ("heer") vloeiende overgang i naar è [iε]? Valkenburg e.o.
kjès ("kaas") valse tweeklank; lijkt op [jε]? Meerssen e.o.
i-j bi-j (''bij'') als de korte ''i'' en een ''j'' aan elkaar, komt vaak voor bij

woorden die in het Nederlands een ij of ei zijn; lijkt op ej

[ı:j] Weert e.o
oa sjoan ("mooi") vloeiende overgang o naar a [ɔɑ]? Valkenburg en Geleen e.o.
oea sjoeal ("school") oe met a-naslag [u:ɑ]? o.a. Montfort
oeë broeëd ("brood") oe met naslag [u:ə]? Midden-Limburg en Parkstad Limburg e.o. (NL-Limburg)
oj mojl ("bek") o met j [ɔj]? vooral Maastricht
ou oug ("oog") als in het Ndl., vaak richting ow [ɔu, ɑu]? algemeen
kuël ("kool [plant]") uu met naslag [y:ə]? Midden-Limburg en Parkstad Limburg e.o. (NL-Limburg)
huèr ("hoor") u gevolgd door è [yε]? Valkenburg en Geleen e.o.
ui huid ("hoofd") als in het Nederlands, maar met j-naslag yi]? algemeen, maar weinig frequent
wa dwad ("dood") valse tweeklank, lijkt op oa [wɑ]? Meerssen e.o.
wjè grwjètsj ("trots") valse tweeklank, lijkt op [wε]? Meerssen e.o.

Zoals hierna toegelicht zal worden komt in alle Limburgse dialecten veel umlaut voor, gewoonlijk met een grammaticale achtergrond. Er zijn vaste umlautpatronen, hieronder gegeven en toegelicht aan de hand van een verkleinwoord.

klank voorbeeld
a > e man - menneke
aa > ae aap - aepke
ao > äö haor ("haar") - häörke
o > ö pot - pötje
ó > u sjtóp - sjtupke
oe > uu hoes - huuske
ou > ui droum ("droom") - druimke

In sommige dialecten is de umlaut van aa in bepaalde of zelfs alle gevallen verschoven naar de ee (vb. Maastrichts aap - eepke i.p.v. aepke)

Mouilleringsgebied in Nederlands- en Belgisch-Limburg.

Deze wijken belangrijk minder van het Nederlands af dan de klinkers. Om die reden zullen slechts de bijzondere klanken hier worden weergegeven.

klank voorbeeld uitspraak
ch ach(t) ("acht") stemloze velare fricatief ("zachte g")
g good stemhebbende velare fricatief
gk zègke ("zeggen") g als in En., Du. of Fr.
r raad ("wiel") keel-r, behalve rond Stein en Neer
w wae(m) ("wie") een halfvocaal, tussen Ndl. en En. w in

In het gebied tussen Weert, Reuver, Bocholt en Sittard komt bovendien mouillering voor. Dat wil zeggen dat de t en de d aan het eind van een woord vaak wat palataler worden uitgesproken, namelijk als tj en dj. De eindklank -nt/nd kan dan ook in -nj veranderen; Roermondenaren noemen hun stad bijvoorbeeld Remu(u)nj.

Literatuurverwijzing

[bewerken | brontekst bewerken]
  1. a b Pierre Bakkes, Herman Crompvoets, Jan Notten & Frans Walraven: Spelling 2003 voor de Limburgse dialecten Spelling 2003 voor de Limburgse dialecten, pp. 8, ISBN 90-77457-02-X.
  2. Bakkes (2002), p. 43.
  3. (en) Assendelft, Brenda (1 december 2019). De codificatie van het Limburgs: Motieven en hun patronen. Taal en Tongval 71 (1): 1–30. ISSN:0039-8691DOI:10.5117/TET2019.1.ASSE.
  4. (li) Bakker, Frens, Lies van Limburgse Plaats- en Gemeintenamen in 't Limburgs (Oktober 2002). Geraadpleegd op 13 februari 2023.