Zichtbaar spectrum
Het zichtbare spectrum is het gedeelte van het elektromagnetisch spectrum dat gezien kan worden door het menselijk oog. Elektromagnetische straling binnen dit spectrum wordt licht genoemd.
Het zichtbare spectrum bestrijkt de golflengten tussen ca. 400 nm (violet) en 750 nm (rood).[1] Dat komt neer op frequenties van ca. 400 THz (rood) tot 750 THz (violet). De verschillende golflengten worden door het oog gezien als verschillende kleuren: rood voor de langste golflengte en violet voor de kortste. De grootste gevoeligheid van het menselijk oog ligt bij 555 nm (geelgroen) bij daglicht, en bij 507 nm (blauwgroen) bij nacht. Het zichtbare spectrum omvat echter niet alle kleuren die het menselijk brein en ogen kunnen onderscheiden. Zo ontbreken bijvoorbeeld variaties op roze en paars, zoals magenta: deze extraspectrale kleuren kunnen alleen worden gemaakt door het mengen van twee kleuren.
In de 17e eeuw deed Isaac Newton onderzoek naar het zichtbaar spectrum. Hij was de eerste die de term spectrum gebruikte en schreef over zijn bevindingen in zijn boek Opticks.
De connectie tussen het zichtbaar spectrum en kleuren zien werd grotendeels onderzocht door Thomas Young en Hermann von Helmholtz in de vroege 19e eeuw.
Kleuren
[bewerken | brontekst bewerken]Vaak wordt het zichtbare spectrum in zeven kleuren ingedeeld. Deze verdeling is volstrekt arbitrair. De oudste verwijzing naar de zeven kleuren van het zichtbare spectrum is terug te vinden in teksten van Samba Purana uit het oude India, die dateren uit 1500 voor Christus. Ook Isaac Newton deelde het spectrum in zeven kleuren in, en deze indeling is in de westerse wereld gebruikelijk geworden.
Kleur[bron?] Frequentie[bron?] Golflengte[bron?] violet 668–789 THz 380–450 nm indigo 631–668 THz 450–475 nm blauw 606–630 THz 476–495 nm groen 526–606 THz 495–570 nm geel 508–526 THz 570–590 nm oranje 484–508 THz 590–620 nm rood 400–484 THz 620–750 nm
- ↑ "Licht", Nieuwe Geïllustreerde Lekturama Encyclopedie, Lekturama, Rotterdam, 1981