Gerrit de Graeff (1741-1811)

Gerrit de Graeff van Zuid-Polsbroek
Alliantiewapen De Graeff-Van Herzeele (Gerrit de Graeff aan de rechterkant, zijn vrouw Christina van Herzeele aan de linkerkant)
Alliantiewapen De Graeff-Van Herzeele (Gerrit de Graeff aan de rechterkant, zijn vrouw Christina van Herzeele aan de linkerkant)
Vrijheer van Zuid-Polsbroek
Periode 17521811
Voorganger Gerrit de Graeff I
Opvolger Gerrit de Graeff (III) van Zuid-Polsbroek
Heer van Purmerland en Ilpendam
Periode 1766 - 1811
Voorganger Elizabeth Lestevenon
Opvolger Gerrit de Graeff (III) van Zuid-Polsbroek
Vader Gerrit de Graeff I
Moeder Elizabeth Lestevenon
Dynastie De Graeff

Gerrit de Graeff, ook Gerrit de Graeff van Zuid-Polsbroek, vrijheer[1] van Zuid-Polsbroek, en heer van Purmerland en Ilpendam[2] (Amsterdam, 23 december 1741 - aldaar, 20 december 1811) was een Nederlands patriottisch politicus, telg uit het geslacht De Graeff.

De Graeff, zoon van Gerrit de Graeff en Elizabeth Lestevenon, groeide op aan de Herengracht 573 te Amsterdam. Door zijn vaders eerste echtgenote Maria Elisabeth Sautijn was hij onder meer een neef van Apollonius Jan Cornelis Lampsins, Baron van Tabago, en tevens van Pieter Clifford.[3] Evenals zijn vader Gerrit promoveerde hij in de rechten aan de Universiteit Leiden.[4] De Graeff huwde in 1765 met Christina van Herzeele, afkomstig uit het Vlaamse en Henegouwse adellijk geslacht Van Herzeele. Zij hadden twee levensvatbare kinderen:

De Graeff was een man van remonstrantsen huize en een patriot in de traditie van de staatsgezinde staatslieden van de Gouden Eeuw. Van 1762 tot 1787 heeft hij verschillende bestuursfuncties in Amsterdam bekleed, waaronder raad en schepen. In 1776 werd hij als commissaris van het 't Zandpad in het Noorderkwartier genoemd. Vanwege zijn patriottische gezindheid werd hij in 1787 samen met Hendrik Hooft, Daniëlsz. uit het Amsterdamse stadsbestuur verwijderd.[5] Na de Franse inval en de stichting van de Bataafse Republiek werd De Graeff samen met en aantal van oude vroedschapsleden zoals Willem Backer, Daniel Hooft, Cornelis van der Hoop en Jan Bernd Bicker in juni 1795 lid van de municipaliteit (gemeenteraad) van Amsterdam.[6] In 1799 is hij vervolgens gekozen tot lid van het Vertegenwoordigend Lichaam.[7] In 1803 werd De Graeff benoemd tot wethouder van Amsterdam.

Gerrit de Graeff stierf op 20 december 1811 op kasteel Ilpenstein. Zijn grafkapel bevindt zich in de Hervormde kerk te Ilpendam.[8]