In tegenstelling tot vorig jaar, toen het regende, werd de Italiaanse Grand Prix dit keer onder zonnige omstandigheden verreden. 50.000 toeschouwers wachtten op de ontknoping van de 500cc-klasse, die zeker in deze Grand Prix beslist zou worden en waar Giacomo Agostini de grootste kanshebber op de titel was. Ook de 50cc-klasse was nog onbeslist, maar die moest nog in Japan rijden en daar waren nog drie kanshebbers: Luigi Taveri, Ralph Bryans en Hans Georg Anscheidt.
Stand van zaken voor de race:Giacomo Agostini had al 46 punten gescoord, maar omdat slechts vijf van de negen resultaten telden moest hij drie resultaten wegstrepen: de nulscore uit de DDR en twee tweede plaatsen (2 x 6 punten). Dat bracht zijn puntentotaal voor aanvang van de race op 34. Mike Hailwood had al vier nulresultaten, dus hij hoefde het hele seizoen niets meer in mindering te brengen. Zijn 30 punten waren dan ook een nettoresultaat. Zou Agostini winnen (8 punten), dan moest hij nogmaals 6 punten aftrekken. Agostini kon dus maximaal 36 punten scoren. Dat zou voldoende zijn zelfs als Hailwood tweede werd (6 punten). Dan hadden beiden 36 punten en drie overwinningen, maar als er gekeken werd naar de tweede plaatsen dan had Agostini er vijf en Hailwood slechts twee. Hailwood kon dus alleen wereldkampioen worden door zelf te winnen.
In Monza werd eindelijk de wereldtitel in de 500cc-klasse beslist. Dat gebeurde eigenlijk toen Mike Hailwood in de zevende ronde zijn Honda RC 181 aan de kant moest zetten met een gebroken krukas. De oorzaak daarvan lag eigenlijk bij de trainingen, toen Hailwood geweldig snelle rondetijden had genoteerd, maar zowel zijn eerste- als zijn reservemachine stuk had gedraaid. De monteurs hadden nog wel de tijd om in de nacht van zaterdag op zondag van deze twee machines één rijklaar exemplaar te maken, maar konden niet meer tot een optimale afstelling komen, waardoor het blok kapotging. Hailwood verspeelde hier de kans om de eerste coureur te worden die drie wereldtitels in één seizoen pakte. Daardoor kon Giacomo Agostini rustig naar de finish rijden en winnen vóór Peter Williams en Jack Findlay (beiden op Matchless en beiden op 2 ronden). Fred Stevens verdedigde zijn tweede plaats met een Paton tweecilinder lange tijd met verve, zelfs na een pitstop vanwege een losse accukabel, maar viel uiteindelijk terug door een defecte koppeling. Hij bracht de Paton duwend over de finish. Ondank de grote overmacht van Italiaanse merken in het wereldkampioenschap wegrace 500 cc was Agostini pas de derde Italiaan die 500cc-kampioen werd. Umberto Masetti (1952, Gilera) en Libero Liberati (1957, Gilera) gingen hem voor.
In Monza won Giacomo Agostini net als de 500cc-klasse ook de 350cc-klasse. Mike Hailwood kwam hier niet aan de start en de beide overige podiumplaatsen werden bezet door de Aermacchi-rijders Renzo Pasolini en Alberto Pagani. Silvio Grassetti kon korte tijd tegenstand bieden aan Agostini met de verouderde Bianchi tweecilinder, tot zijn krukas los ging zitten en de machine flink begon te rammelen.
In Monza pakte Mike Hailwood zijn tiende overwinning van het seizoen in de 250cc-klasse. Heinz Rosner (MZ) werd tweede en Alberto Pagani (Aermacchi) werd derde, maar die laatste had een ronde achterstand. Hailwood en Stuart Graham hadden ook als snelste getraind, maar in de race kon Mike Duff het tempo nog lange tijd volgen met de oude tweecilinder Yamaha RD 56. Hij moest echter stoppen om bougies te wisselen en zakte af naar de twaalfde plaats. Phil Read en Bill Ivy kwamen met hun Yamaha RD 05-viercilinders niet aan de start. Graham viel uit door een gebroken veer in zijn schakelmechanisme.
In Monza waren de 125cc-Honda vijfcilinders iedereen te snel af. Wereldkampioen Luigi Taveri won, zijn teamgenoot Ralph Bryans werd tweede. Phil Read kon het tweetal een tijd lang volgen, maar viel terug en werd zelfs gepasseerd door zijn teamgenoot Bill Ivy. Dat liet Read niet op zich zitten. Hij heroverde de derde plaats, maar had slechts 0,1 seconde voorsprong op Ivy. Suzuki kwam niet aan de start.
Na Monza was de 50cc-klasse de enige die nog niet beslist was. Hans Georg Anscheidt had een teleurstellend seizoen en in Monza wilde zijn Suzuki RK 66 aanvankelijk niet aanslaan. Toen de machine eenmaal liep ging het uitstekend. Hij haalde eerst Hugh Anderson in en daarna Luigi Taveri en Ralph Bryans. Anscheidt reed een nieuw race- en ronderecord en won de race alsnog. Taveri en Bryans hadden nu allebei netto 26 punten en Anscheidt had er 25. Daardoor moest de titel in de Japanse Grand Prix beslist worden.
(Punten (tussen haakjes) zijn inclusief streepresultaten)
Bronnen
Luigi & Gianna Rivola: De geschiedenis van de motorsport, oorsprong en ontwikkeling, 1993 Uitgeverij Uniepers b.v., Abcoude ISBN 90 6825 131 7
Weekblad Motor 1966 nr. 37 en 38
Voetnoten
↑Gilera had weer een poging gedaan om de 500 4C raceklaar te maken, maar de trainingstijden waren zo slecht dat men besloot Remo Venturi niet te laten starten.
↑ abcJim Redman had tijdens de trainingsweek van de TT van Man aangegeven te zullen stoppen met racen.
↑ ab Zelfs als Mike Hailwood in de 125cc-race of de 350cc-race was gestart, had hij het maximale aantal van 500 km op één dag niet overschreden. Waarschijnlijk hield Honda hem aan de kant zodat hij fit aan de 500cc-race kon beginnen.
↑Tarquinio Provini was tijdens de training van de TT van Man veel ernstiger gewond geraakt dan met op dit moment dacht. De artsen dachten dat hij zou genezen, maar hij raakte grotendeels verlamd en racete nooit meer.
↑ abcNiet gefinisht, niet deelgenomen of niet geregistreerd.
↑ abNa de teleurstellende resultaten en de gebrekkig gebleken betrouwbaarheid bracht Yamaha de viercilinder RD 05's niet aan de start.