Wereldkampioenschappen kunstschaatsen 1927

De Wereldkampioenschappen kunstschaatsen 1927 werden gevormd door drie toernooien die door de Internationale Schaatsunie werden georganiseerd.

Dit jaar vonden de drie kampioenschappen voor het eerst in drie steden plaats. Sinds 1908, toen de paren als derde kampioenschap werd ingevoerd, vonden de drie kampioenschappen steeds in twee steden plaats.

Voor de mannen was het de 25e editie. Dit kampioenschap vond plaats op 5 en 6 februari in Davos, Zwitserland. Davos was de eerste stad die voor de achtste keer als gaststad optrad voor een WK toernooi. De mannen kwamen hier voor de vierde keer in actie. Zwitserland was het eerste land dat voor de negende keer als gastland optrad, in 1914 was Sankt Moritz gaststad voor de vrouwen en paren.

Voor de vrouwen was het de vijftiende editie. Dit kampioenschap vond plaats op 19 en 20 februari in Oslo, Noorwegen. Het was de derde keer dat een WK toernooi in Oslo en Noorwegen plaatsvond. In 1923 vond het toernooi voor de paren hier plaats, in 1924 het vrouwentoernooi.

Voor de paren was het de dertiende editie. Dit kampioenschap vond plaats op 22 en 23 februari in Wenen, Oostenrijk. Wenen was voor de zesde keer gaststad voor een WK toernooi, voor de derde keer voor de paren. Oostenrijk was voor de zevende keer het gastland, in 1908 was Troppau gaststad. Dit kampioenschap was onderdeel van de festiviteiten die de jubilerende Wiener EV organiseerde net als het EK kunstschaatsen voor mannen en het EK ijshockey.[1]

Er namen deelnemers uit zeven landen deel aan deze kampioenschappen. Zij vulden 17 startplaatsen in.

(Tussen haakjes het totaal aantal startplaatsen in de drie toernooien.)
Vlag van Oostenrijk Oostenrijk (8)
Vlag van Duitsland tijdens de Weimarrepubliek Weimarrepubliek (3)
Vlag van Noorwegen Noorwegen (2)
Vlag van Frankrijk Frankrijk (1)
Vlag van Tsjecho-Slowakije Tsjecho-Slowakije (1)
Vlag van Verenigd Koninkrijk Verenigd Koninkrijk (1)
Vlag van Zwitserland Zwitserland (1)

Medailleverdeling

[bewerken | brontekst bewerken]

Bij de mannen stonden voor de tweede keer drie landgenoten op het erepodium, net als in 1925 betrof het Oostenrijkers. Van dit trio prolongeerde Willy Böckl zijn wereldtitel, het was zijn derde oprij. Hij behaalde bij zijn achtste deelname zijn achtste medaille, in 1913, 1923 en 1924 werd hij tweede, in 1914 en 1922 derde. Otto Preissecker stond in 1925 op plaats drie, dit jaar op plaats twee, de positie die hij ook in 1926 innam. Het was zijn derde medaille. WK debutant Karl Schäfer voltooide het erepodium op plaats drie.

Bij de vrouwen werd Sonja Henie in haar geboorte stad de vijfde wereldkampioene en de eerste Noorse. De tweede positie werd ingenomen door vijfvoudig wereldkampioene Herma Jaross-Szabo, het was haar zesde medaille. Henie’s landgenote, de debutante Karen Simensen, veroverde de bronzen medaille.

Bij de paren wonnen het paar Jaross-Szabo / Wrede voor de tweede keer de wereldtitel, de eerste wonnen ze in 1925. Het was hun derde medaille, in 1926 werden ze tweede. Ook het paar Scholz / Kaiser op plaats twee behaalden hun derde medaille, ook in 1926 werden ze tweede en in 1925 derde. Het paar Hoppe / Hoppe veroverde de bronzen medaille, het was de eerste WK medaille voor Tsjechoslowakije in het kunstschaasten. Jaross-Szabo veroverde voor het derde jaar oprij twee medailles in hetzelfde jaar.

Discipline Goud Zilver Brons
Mannen Vlag van Oostenrijk Willy Böckl Vlag van Oostenrijk Otto Preissecker Vlag van Oostenrijk Karl Schäfer
Vrouwen Vlag van Noorwegen Sonja Henie Vlag van Oostenrijk Herma Jaross-Szabo Vlag van Noorwegen Karen Simensen
Paren Vlag van Oostenrijk Herma Jaross-Szabo / Ludwig Wrede Vlag van Oostenrijk Lilly Scholz / Otto Kaiser Vlag van Tsjecho-Slowakije Else Hoppe / Oscar Hoppe
pc = plaatsingcijfer

Er deden negen mannen uit vijf landen mee. Er waren drie debutanten in het mannentoernooi, hiervan nam Herbert Haertel in 1926 deel met Ilse Kishauer bij de paren. Jean Henrion was de eerste Fransman die aan het mannentoernooi deelnam. Ludwig Wrede nam ook deel bij de paren.

# naam (deelname) land pc
Goud Willy Böckl (8) Vlag van Oostenrijk 11
Zilver Otto Preissecker (4) Vlag van Oostenrijk 15
Brons Karl Schäfer Vlag van Oostenrijk 24
4 Georg Gautschi (2) Vlag van Zwitserland 26
5 John Page (3) Vlag van Verenigd Koninkrijk 30
6 Ludwig Wrede (5) Vlag van Oostenrijk 43
7 Herbert Haertel (2) Vlag van Duitsland tijdens de Weimarrepubliek 48
8 Jean Henrion Vlag van Frankrijk 56
- Paul Franke (2) Vlag van Duitsland tijdens de Weimarrepubliek t.z.t. *
* t.z.t. = trok zich terug

Er deden vier vrouwen uit drie landen mee, waaronder een debutante. Herma Jaross-Szabó nam ook deel bij de paren.

# naam (deelname) land pc
Goud Sonja Henie (3) Vlag van Noorwegen 7
Zilver Herma Jaross-Szabo (6) Vlag van Oostenrijk 8
Brons Karen Simensen Vlag van Noorwegen 17
4 Ellen Brockhöft (3) Vlag van Duitsland tijdens de Weimarrepubliek 18

Vier paren uit twee landen namen dit jaar deel aan het WK. Drie koppels namen voor de derde keer deel in het toernooi voor de paren, hiervan namen Jaross-Szabo en Wrede eerdere jaren alsmede dit jaar individueel deel. Ook voor Georg Pamperl was het zijn derde deelname, in 1925 en 1926 nam hij deel met Gisela Hochhaltinger dit jaar met Hansi Eissert.

# naam (deelname) land pc
Goud Herma Jaross-Szabo (6)
Ludwig Wrede (5)
Vlag van Oostenrijk 6.5
Zilver Lilly Scholz (3)
Otto Kaiser (3)
Vlag van Oostenrijk 9
Brons Else Hoppe (3)
Oscar Hoppe (3)
Vlag van Tsjecho-Slowakije 14.5
4 Hansi Eissert
Georg Pamperl (3)
Vlag van Oostenrijk 20