Wereldkampioenschappen kunstschaatsen 2011

Goudenmedaillewinnaars Aliona Savchenko en Robin Szolkowy in actie

De Wereldkampioenschappen kunstschaatsen 2011 werden gevormd door vier toernooien die door de Internationale Schaatsunie (ISU) werden georganiseerd.

Voor de mannen was het de 101e editie, voor de vrouwen de 91e, voor de paren de 89e en voor de ijsdansers de 59e editie. De kampioenschappen vonden plaats van 25 tot en met 30 april in Moskou, Rusland. Het was de tweede keer dat de wereldkampioenschappen in Moskou plaatsvonden, in 2005 was de eerste keer. Rusland was voor de vijfde keer het gastland, in 1896 en 1903 werden de kampioenschappen voor de mannen en in 1908 het kampioenschap voor paren georganiseerd in Sint-Petersburg in toen nog het Keizerrijk Rusland.

Oorspronkelijk had de stad Nagano de organisatie toegewezen gekregen. De Japanse Schaatsfederatie (JSF) verplaatste het evenement later naar de hoofdstad Tokio waar het voor de periode van 21 tot en met 27 maart op de sportkalender stond. Vanwege de zeebeving op 11 maart en het daaropvolgende kernramp van Fukushima werd van de organisatie in Japan afgezien.

Programma
maandag
25 april
dinsdag
26 april
woensdag
27 april
donderdag
28 april
vrijdag
29 april
zaterdag
30 april
zondag
1 mei
Mannen kwalificatie * korte kür lange kür Gala
Paren korte kür lange kür
Vrouwen kwalificatie * korte kür lange kür
IJsdansen kwalificatie * korte kür lange kür
* De kwalificatie maakte geen deel uit van de officiële wedstrijden.

Elk bij de ISU aangesloten land kon één schaatser/één paar aanmelden per kampioenschap. Extra startplaatsen (met en maximum van drie per kampioenschap) zijn verdiend op basis van de eindklasseringen op het WK van 2010.

Voor België namen Kevin Van der Perren en debutant Jorik Hendrickx deel bij de mannen en bij de vrouwen debutante Ira Vannut. Ook de Britse echtgenote van Van der Perren, Jenna McCorkell, nam deel aan dit WK.

Deelnemende landen

Er namen deelnemers uit 43 landen deel aan de kampioenschappen. Er werden 140 startplaatsen ingevuld.

(Tussen haakjes het totaal aantal startplaatsen in de vier toernooien.)
Vlag van Canada Canada (10)
Vlag van Verenigde Staten Verenigde Staten (10)
Vlag van Japan Japan (8)
Vlag van Rusland Rusland (8)
Vlag van Italië Italië (7)
Vlag van China China (6)
Vlag van Frankrijk Frankrijk (6)
Vlag van Duitsland Duitsland (5)
Vlag van Verenigd Koninkrijk Verenigd Koninkrijk (5)
Vlag van Bulgarije Bulgarije (4)
Vlag van Hongarije Hongarije (4)
Vlag van Oostenrijk Oostenrijk (4)
Vlag van Tsjechië Tsjechië (4)
Vlag van Zweden Zweden (4)
Vlag van Australië Australië (3)
Vlag van België België (3)
Vlag van Denemarken Denemarken (3)
Vlag van Finland Finland (3)
Vlag van Israël Israël (3)
Vlag van Oekraïne Oekraïne (3)
Vlag van Spanje Spanje (3)
Vlag van Wit-Rusland Wit-Rusland (3)
Vlag van Zuid-Korea Zuid-Korea (3)
Vlag van Zwitserland Zwitserland (3)
Vlag van Estland Estland (2)
Vlag van Georgië Georgië (2)
Vlag van Hongkong Hongkong (2)
Vlag van Mexico Mexico (2)
Vlag van Taiwan Taiwan (2)
Vlag van Turkije Turkije (2)
Vlag van Armenië Armenië (1)
Vlag van Filipijnen Filipijnen (1)
Vlag van Griekenland Griekenland (1)
Vlag van Ierland Ierland (1)
Vlag van Kazachstan Kazachstan (1)
Vlag van Litouwen Litouwen (1)
Vlag van Monaco Monaco (1)
Vlag van Oezbekistan Oezbekistan (1)
Vlag van Roemenië Roemenië (1)
Vlag van Servië Servië (1)
Vlag van Slovenië Slovenië (1)
Vlag van Thailand Thailand (1)
Vlag van Zuid-Afrika Zuid-Afrika (1)
Israël was het enige land dat het recht van een extra startplaats niet invulde, de tweede startplaats bij het ijsdansen werd niet ingevuld.

Medailleverdeling

[bewerken | brontekst bewerken]

Bij de mannen werd Patrick Chan de 43e man en de zesde Canadees die de wereldtitel veroverde. Hij trad hiermee in de voetsporen van zijn landgenoten Donald Jackson (1962, 1963), Brian Orser (1987), Kurt Browning (1989-1991, 1993), Elvis Stojko (1994, 1995, 1997) en Jeffrey Buttle (2008). Voor Chan was het zijn derde WK medaille, in 2009 en 2010 werd hij beide keren tweede. De beide mannen op de plaatsen twee en drie, respectievelijk Takahiko Kozuka en Artoer Gatsjinski veroverden hun eerste WK medaille. De Japanner Kozuka veroverde met de zilveren medaille de zesde Japanse medaille in het mannentoernooi, in 1977 eindigde Minoru Sano en in 2002 en 2003 Takeshi Honda op de derde plaats en Daisuke Takahashi eindigde in 2007 als tweede en werd wereldkampioen in 2010.

Bij de vrouwen veroverde de Japanse Miki Ando voor de tweede keer de wereldtitel, in 2007 deed ze dit voor de eerste keer. Het was haar derde WK medaille, in 2009 werd ze tweede. De wereldkampioene van 2009, de Zuid-Koreaanse Kim Yu-na eindigde net als in 2010 op de tweede plaats, ze veroverde haar vijfde opeenvolgende medaille, in 2007 en 2008 werd ze derde. De Italiaanse Carolina Kostner legde beslag op de derde plaats en veroverde daarmee haar derde WK medaille, in 2005 werd ze ook derde en in 2008 tweede.

Bij het paarrijden behaalde het Duitse paar Aliona Savchenko / Robin Szolkowy hun derde wereldtitel, in 2008 en 2009 behaalden ze de titel eerder. Het was hun vijfde opeenvolgende medaille, in 2007 werden ze derde en in 2010 tweede. Het als paar debuterende Russische duo Tatjana Volosozjar / Maksim Trankov behaalden hun eerste WK medaille. De wereldkampioenen van 2006 en 2010, het Chinese paar Pang Qing / Tong Jian op plaats drie, veroverden ook hun vijfde medaille, in 2004 werden ze ook derde en in 2007 tweede.

Bij het ijsdansen werd het paar Meryl Davis / Charlie White het 27e paar dat de wereldtitel veroverde en het eerste paar uit de Verenigde Staten. Tot dit jaar werden er acht zilveren en zestien bronzen medailles door een Amerikaans paar behaald. Voor Davis / White was het hun tweede medaille, in 2010 werden ze tweede. De titelverdedigers, het Canadese paar Tessa Virtue / Scott Moir, eindigden op de tweede plaats. Ze stonden voor het vierde opeenvolgende jaar op het erepodium, in 2008 werden ze ook tweede en in 2009 derde. Het debuterende Amerikaanse paar broer en zus Maia en Alex Shibutani veroverden de bronzen medaille. Het was de tweede keer dat twee Amerikaanse ijsdansparen op het erepodium plaatsnam, in 1966 werd de zilveren en bronzen medaille gewonnen.

Discipline Goud Zilver Brons
Mannen Vlag van Canada Patrick Chan Vlag van Japan Takahiko Kozuka Vlag van Rusland Artoer Gatsjinski
Vrouwen Vlag van Japan Miki Ando Vlag van Zuid-Korea Kim Yu-na Vlag van Italië Carolina Kostner
Paren Vlag van Duitsland Aliona Savchenko / Robin Szolkowy Vlag van Rusland Tatjana Volosozjar / Maksim Trankov Vlag van China Pang Qing / Tong Jian
IJsdansen Vlag van Verenigde Staten Meryl Davis / Charlie White Vlag van Canada Tessa Virtue / Scott Moir Vlag van Verenigde Staten Maia Shibutani / Alex Shibutani

Er namen 42 mannen deel, afkomstig uit 31 landen, waaronder 15 debutanten. In de kwalificatie streden 24 mannen voor 12 plaatsen in de korte kür waarin met 18 direct geplaatsten de competitie werd aangegaan om 24 plaatsen in de vrije kür.

# naam (deelname) land punten korte
kür
vrije
kür
kwalificatie
(vrije kür)
Goud Patrick Chan (4) Vlag van Canada 280.98 WR 93.02 (1) WR 187.96 (1) WR
Zilver Takahiko Kozuka (4) Vlag van Japan 258.41 pr 77.62 (6) 180.79 (2) pr 165.00 (1)
Brons Artoer Gatsjinski Vlag van Rusland 241.86 pr 78.34 (4) pr 163.52 (3) pr
4 Michal Březina (2) Vlag van Tsjechië 233.61 pr 77.50 (7) 156.11 (5) pr 130.87 (3)
5 Daisuke Takahashi (6) Vlag van Japan 232.97 80.25 (3) 152.72 (6)
6 Nobunari Oda (5) Vlag van Japan 232.50 81.81 (2) 150.69 (9)
7 Florent Amodio (2) Vlag van Frankrijk 229.68 pr 77.64 (5) 152.04 (7)
8 Brian Joubert (10) Vlag van Frankrijk 227.67 71.29 (9) 156.38 (4)
9 Richard Dornbusch Vlag van Verenigde Staten 222.42 pr 70.54 (11) 151.88 (8) pr
10 Javier Fernández (5) Vlag van Spanje 218.26 pr 69.16 (14) 149.10 (10) pr
11 Ross Miner Vlag van Verenigde Staten 217.93 pr 70.40 (13) pr 147.53 (11) pr
12 Tomáš Verner (9) Vlag van Tsjechië 216.87 75.94 (8) 140.93 (13)
13 Ryan Bradley (3) Vlag van Verenigde Staten 212.71 70.45 (12) 142.26 (12)
14 Denis Ten (3) Vlag van Kazachstan 209.99 71.00 (10) 138.99 (14)
15 Peter Liebers (4) Vlag van Duitsland 205.59 pr 67.73 (16) pr 137.86 (15) pr 129.89 (4) pr
16 Anton Kovalevski (6) Vlag van Oekraïne 201.64 pr 65.16 (17) 136.48 (16) pr
17 Kevin Van der Perren (10) Vlag van België 197.10 68.34 (15) 128.76 (18)
18 Samuel Contesti (4) Vlag van Italië 196.40 64.59 (18) 131.81 (17)
19 Jorik Hendrickx Vlag van België 188.24 pr 60.74 (22) 127.50 (19) pr 109.59 (10)
20 Kevin Reynolds (2) Vlag van Canada 187.23 64.36 (19) 122.87 (21)
21 Paolo Bacchini Vlag van Italië 183.13 pr 58.96 (23) 124.17 (20) pr 122.29 (6) pr
22 Song Nan Vlag van China 176.09 63.78 (20) 112.31 (23)
23 Kim Lucine Vlag van Monaco 171.93 pr 58.81 (24) pr 113.12 (22) 117.78 (8) pr
24 Joey Russell Vlag van Canada 168.73 61.69 (21) 107.04 (24) 118.37 (7) pr
Finale niet bereikt
25 Adrian Schultheiss (4) Vlag van Zweden 58.41 (25)
26 Viktor Pfeifer (5) Vlag van Oostenrijk 56.68 (26) 123.22 (5) pr
27 Kim Min-seok (3) Vlag van Zuid-Korea 56.19 (27) pr 98.67 (12)
28 Alexander Majorov Vlag van Zweden 54.24 (28) 136.64 (2) pr
29 Maxim Shipov (4) Vlag van Israël 50.10 (29) 116.42 (9) pr
30 Misha Ge Vlag van Oezbekistan 49.61 (30) 109.39 (11)
Alleen kwalificatie
Mark Webster (3) Vlag van Australië 95.84 (13) pr
Justus Strid Vlag van Denemarken 95.16 (14)
David Richardson Vlag van Verenigd Koninkrijk 93.20 (15) pr
Tigran Vardanjan (4) Vlag van Hongarije 91.16 (16)
Mikael Redin (2) Vlag van Zwitserland 90.79 (17) pr
Kutay Eryoldaş (2) Vlag van Turkije 86.60 (18) pr
Stephen Li-Chung Kuo (2) Vlag van Taiwan 85.71 (19)
Bela Papp Vlag van Finland 83.47 (20)
Harry Hau Yin Lee Vlag van Hongkong 82.39 (21) pr
Vitali Luchanok Vlag van Wit-Rusland 81.51 (22)
Sarkis Hajrapetjan (2) Vlag van Armenië 77.25 (23) pr
Georgi Kenchadze (3) Vlag van Bulgarije 73.72 (24) pr

Er namen 44 vrouwen deel afkomstig uit 35 landen, waaronder 15 debutanten. In de kwalificatie streden 26 vrouwen voor 12 plaatsen in de korte kür waarin met 18 direct geplaatsten de competitie werd aangegaan om 24 plaatsen in de vrije kür.

# naam (deelname) land punten korte
kür
vrije
kür
kwalificatie
(vrije kür)
Goud Miki Ando (7) Vlag van Japan 195.79 65.58 (2) 130.21 (1)
Zilver Kim Yu-na (5) Vlag van Zuid-Korea 194.50 65.91 (1) 128.59 (2)
Brons Carolina Kostner (9) Vlag van Italië 184.68 pr 59.75 (6) 124.93 (3) pr
4 Alena Leonova (3) Vlag van Rusland 183.92 pr 59.75 (5) 124.17 (4) pr
5 Alissa Czisny (3) Vlag van Verenigde Staten 182.25 pr 61.47 (4) 120.78 (5) pr
6 Mao Asada (5) Vlag van Japan 172.79 58.66 (7) 114.13 (6)
7 Ksenia Makarova (2) Vlag van Rusland 167.22 61.62 (3) 105.60 (9)
8 Kanako Murakami Vlag van Japan 167.10 54.86 (10) 112.24 (7)
9 Kiira Korpi (5) Vlag van Finland 164.80 55.09 (9) 109.71 (8) pr
10 Elene Gedevanishvili (6) Vlag van Georgië 156.24 51.61 (15) 104.63 (10) pr
11 Sarah Hecken (2) Vlag van Duitsland 155.83 pr 52.73 (12) 103.10 (11) pr
12 Rachael Flatt (3) Vlag van Verenigde Staten 154.61 57.22 (8) 97.39 (14)
13 Cynthia Phaneuf (4) Vlag van Canada 152.78 52.62 (13) 100.16 (12)
14 Maé-Bérénice Méité Vlag van Frankrijk 150.44 pr 53.26 (11) pr 97.18 (15) 98.88 (1) pr
15 Joshi Helgesson Vlag van Zweden 149.08 pr 50.25 (16) 98.83 (13) pr 91.70 (2)
16 Amélie Lacoste Vlag van Canada 144.76 51.98 (14) 92.78 (18) 87.04 (5)
17 Viktoria Helgesson (4) Vlag van Zweden 142.52 45.40 (24) 97.12 (16)
18 Geng Bingwa Vlag van China 140.78 47.89(19) 92.89 (17) pr
19 Ira Vannut Vlag van België 138.28 49.23 (17) 89.05 (20) 90.29 (4)
20 Juulia Turkkila Vlag van Finland 136.68 pr 45.70 (22) pr 90.98 (19) 86.49 (6) pr
21 Cheltzie Lee (3) Vlag van Australië 133.65 48.20(18) 85.45 (21)
22 Elena Glebova (6) Vlag van Estland 124.78 46.28 (20) 78.50 (22) 76.13 (9)
23 Irina Movtsjan (5) Vlag van Oekraïne 123.15 pr 45.68 (23) 77.47 (23) pr 75.96 (10) pr
24 Jenna McCorkell (7) Vlag van Verenigd Koninkrijk 121.76 45.99 (21) 75.77 (24)
Finale niet bereikt
25 Sonia Lafuente (4) Vlag van Spanje 44.59 (25) 91.17 (3)
26 Karina Johnson (2) Vlag van Denemarken 42.19 (26) pr 78.52 (7)
27 Bettina Heim (2) Vlag van Zwitserland 37.23 (27) 72.74 (12) pr
28 Daša Grm Vlag van Slovenië 36.63 (28) 77.52 (8) pr
29 Belinda Schönberger Vlag van Oostenrijk 35.73 (29) 75.85 (11) pr
30 Viktória Pavuk (3) Vlag van Hongarije 33.70 (30)
Alleen kwalificatie
Roberta Rodeghiero Vlag van Italië 71.83 (13)
Sabina Măriuţă Vlag van Roemenië 68.63 (14) pr
Kwak Min-jeong (2) Vlag van Zuid-Korea 67.75 (15)
Birce Atabey Vlag van Turkije 67.11 (16) pr
Mericien Venzon Vlag van Filipijnen 66.94 (17) pr
Lejeanne Marais (3) Vlag van Zuid-Afrika 65.99 (18)
Hristina Vassileva (3) Vlag van Bulgarije 65.26 (19) pr
Melinda Wang (2) Vlag van Taiwan 63.32 (20) pr
Clara Peters (3) Vlag van Ierland 60.94 (21)
Taryn Jurgensen Vlag van Thailand 57.75 (22)
Mary Ro Reyes Vlag van Mexico 54.99 (23)
Georgia Glastris (2) Vlag van Griekenland 52.38 (24)
Marina Seeh (2) Vlag van Servië 52.20 (25)
Tiffany Packard Yu Vlag van Hongkong 51.72 (26) pr

Er namen 22 paren uit 15 landen deel. Zij streden in de korte kür om 16 plaatsen in de vrije kür. Van de tien debuterende paren nam Tatjana Volosozjar eerder deel namens Oekraïne met Petro Chartsjenko (2003-2004) en Stanislav Morozov (2005-2009), Yannick Bonheur met Marylin Pla (2005-2007) en Vanessa James (2009-2010), Maksim Trankov met Maria Moechortova (2006-2010), Adeline Canac met Maximin Coia (2008), Meagan Duhamel met Craig Buntin (2008-2009).

# naam (deelname) land punten korte
kür
vrije
kür
Goud Aliona Savchenko (8)
Robin Szolkowy (7)
Vlag van Duitsland 217.85 pr 72.98 (2) 144.87 (1) pr
Zilver Tatjana Volosozjar (8)
Maksim Trankov (6)
Vlag van Rusland 210.73 pr 70.35 (3) pr 140.38 (2) pr
Brons Pang Qing (13)
Tong Jian (13)
Vlag van China 204.12 74.00 (1) 130.12 (3)
4 Yuko Kawaguchi (8)
Alexander Smirnov (5)
Vlag van Rusland 187.36 62.54 (5) 124.82 (4)
5 Vera Bazarova (2)
Joeri Larionov (2)
Vlag van Rusland 187.13 64.64 (4) pr 122.49 (5)
6 Caitlin Yankowskas
John Coughlin
Vlag van Verenigde Staten 175.94 pr 58.76 (8) pr 117.18 (6) pr
7 Meagan Duhamel (3)
Eric Radford
Vlag van Canada 173.03 58.83 (7) 114.20 (7)
8 Kirsten Moore-Towers
Dylan Moscovitch
Vlag van Canada 163.17 56.86 (10) 106.31 (8)
9 Narumi Takahashi
Mervin Tran
Vlag van Japan 160.10 59.16 (6) pr 100.94 (10)
10 Stefania Berton (2)
Ondřej Hotárek (4)
Vlag van Italië 157.15 57.63 (9) 99.52 (11)
11 Amanda Evora (2)
Mark Ladwig (2)
Vlag van Verenigde Staten 155.91 54.64 (11) 101.27 (9)
12 Maylin Hausch (3)
Daniel Wende (3)
Vlag van Duitsland 149.65 53.90 (12) 95.75 (12)
13 Zhang Yue (2)
Wang Lei (2)
Vlag van China 147.38 pr 52.25 (13) 95.13 (13) pr
14 Dong Huibo (3)
Wu Yiming (3)
Vlag van China 137.35 49.29 (14) 88.46 (14)
15 Klára Kadlecová
Petr Bidař
Vlag van Tsjechië 132.51 45.20 (15) 87.31 (15)
16 Natalja Zabijako
Sergei Kulbach
Vlag van Estland 126.56 pr 44.35 (16) pr 82.21 (16) pr
Finale niet bereikt
17 Stacey Kemp (6)
David King (6)
Vlag van Verenigd Koninkrijk 44.14 (17)
18 Adeline Canac (2)
Yannick Bonheur (6)
Vlag van Frankrijk 43.92 (18) pr
19 Ljoebov Bakirova
Mikalai Kamiantsjoek
Vlag van Wit-Rusland 38.20 (19)
20 Danielle Montalbano (2)
Evgeni Krasnopolski (2)
Vlag van Israël 37.43 (20) pr
21 Stina Martini
Severin Kiefer
Vlag van Oostenrijk 35.34 (21)
22 Alexandra Malakhova
Leri Kenchadze
Vlag van Bulgarije 30.10 (22) pr

Er namen 32 paren uit 23 landen deel, waaronder 18 debuterende. In de kwalificatie streden 17 paren voor 10 plaatsen in de korte kür waarin met 15 direct geplaatste paren de competitie werd aangegaan om 20 plaatsen in de vrije kür. Onder de debuterende paren nam Alexander Shakalov eerder deel met Olga Akimova (2005-2007), Zsuzsanna Nagy met György Elek (2007), Deividas Stagniūnas met Katherine Copely (2007-2009), Máté Fejes met Emese Laszlo (2009), Pernelle Carron met Mathieu Jost (2010) en Kira Geil met Dmitri Matsjuk (2010).

# naam (deelname) land punten korte
kür
vrije
kür
kwalificatie
(vrije kür)
Goud Meryl Davis (5)
Charlie White (5)
Vlag van Verenigde Staten 185.27 pr 73.76 (2) pr 111.51 (1) pr
Zilver Tessa Virtue (5)
Scott Moir (5)
Vlag van Canada 181.79 pr 74.29 (1) pr 107.50 (2) pr
Brons Maia Shibutani
Alex Shibutani
Vlag van Verenigde Staten 163.79 pr 66.88 (4) pr 96.91 (3) pr
4 Nathalie Pechalat (8)
Fabian Bourzat (8)
Vlag van Frankrijk 163.54 70.97 (3) pr 92.57 (6)
5 Kaitlyn Weaver (3)
Andrew Poje (3)
Vlag van Canada 160.32 pr 65.07 (7) 96.91 (4) pr 87.22 (1) pr
6 Jekaterina Bobrova (3)
Dmitri Solovjov (3)
Vlag van Rusland 160.23 65.88 (5) pr 94.35 (5)
7 Jelena Ilinych
Nikita Katsalapov
Vlag van Rusland 154.50 pr 65.51 (6) pr 88.99 (10)
8 Anna Cappellini (5)
Luca Lanotte (5)
Vlag van Italië 153.77 pr 64.12 (8) pr 89.65 (9) pr
9 Madison Chock
Greg Zuerlein
Vlag van Verenigde Staten 151.86 pr 61.47 (9) pr 90.39 (7) pr
10 Vanessa Crone (3)
Paul Poirier (3)
Vlag van Canada 151.13 61.01 (10) 90.12 (8)
11 Nelli Zhiganshina (3)
Alexander Gazsi (3)
Vlag van Duitsland 140.95 pr 55.53 (12) 85.42 (11) pr 83.67 (2) pr
12 Pernelle Carron (3)
Lloyd Jones
Vlag van Frankrijk 140.86 pr 57.68 (11) pr 83.18 (12) pr
13 Cathy Reed (4)
Chris Reed (4)
Vlag van Japan 133.33 pr 54.86 (13) pr 78.47 (13) pr
14 Isabella Tobias
Deividas Stagniūnas (4)
Vlag van Litouwen 131.01 pr 53.16 (14) pr 77.85 (14) pr 77.73 (3) pr
15 Siobhan Heekin-Canedy
Alexander Shakalov (4)
Vlag van Oekraïne 128.70 pr 52.31 (15) pr 76.39 (15) pr 75.00 (5) pr
16 Penny Coomes
Nicholas Buckland
Vlag van Verenigd Koninkrijk 126.29 pr 51.75 (17) pr 74.54 (16) pr
17 Huang Xintong (3)
Zheng Xun (3)
Vlag van China 123.01 52.17 (16) 70.84 (17) 75.45 (4)
18 Allison Reed (2)
Otar Japaridze (2)
Vlag van Georgië 120.11 pr 49.44 (19) pr 70.67 (18) 70.90 (6) pr
19 Charlène Guignard
Marco Fabbri
Vlag van Italië 120.02 pr 49.80 (18) pr 70.22 (19) pr
20 Louise Walden
Owen Edwards
Vlag van Verenigd Koninkrijk 116.52 46.73 (20) pr 69.79 (20) pr 68.58 (9) pr
Finale niet bereikt
21 Dóra Turóczi
Balázs Major
Vlag van Hongarije 45.41 (21) pr
22 Lucie Myslivečková (3)
Matěj Novák (3)
Vlag van Tsjechië 45.02 (22) 68.96 (8) pr
23 Sara Hurtado
Adrià Díaz
Vlag van Spanje 44.98 (23) 70.26 (7)
24 Brooke Frieling
Lionel Rumi
Vlag van Israël 44,43 (24) pr
25 Ramona Elsener
Florian Roost
Vlag van Zwitserland 41.58 (25) 67.94 (10)
Alleen kwalificatie
Kira Geil (2)
Tobias Eisenbauer
Vlag van Oostenrijk 64.55 (11) pr
Danielle O'Brien (4)
Gregory Merriman (4)
Vlag van Australië 63.57 (12) pr
Zsuzsanna Nagy (2)
Máté Fejes (2)
Vlag van Hongarije 58.70 (13)
Katelyn Good (2)
Nikolaj Sørensen (2)
Vlag van Denemarken 57.04 (14) pr
Corenne Bruhns
Benjamin Westenberger
Vlag van Mexico 55.51 (15) pr
Kristina Tremasova
Dimitar Lichev
Vlag van Bulgarije 55.37 (16) pr
Lesia Valadzenkava
Vitali Vakunov
Vlag van Wit-Rusland 54.43 (17) pr
N.B: 2011 was het eerste jaar waarbij bij in het ijsdansen middels een korte en vrije kür werd gestreden in plaats van drie dansen (originele, verplichte en vrije dans). Het WK was het vierde toernooi na het EK, het 4CK en het WK voor junioren waarbij dit gold.